Bestuiving
Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen) uit de helmhokjes van de meeldraad naar de stempel van de stamper. De stempel en stijl zit bovenop het vruchtbeginsel dat één of meer eicellen (vrouwelijke geslachtscel) bevat. De studie van bestuiving vindt plaats in vele disciplines, zoals plantkunde, tuinbouw, entomologie en ecologie. Bestuiving is belangrijk in de tuinbouw omdat de meeste plantvruchten zich niet zullen ontwikkelen als de eicellen niet worden bevrucht.
Inhoud |
[bewerk] Bestuiving en bevruchting
Bestuiving en bevruchting worden vaak door elkaar gehaald. Bestuiving kan leiden tot bevruchting maar dat hoeft niet. Na bestuiving moeten de spermacellen uit de stuifmeelkorrel via de stuifmeelbuis naar de eicel gebracht worden en moeten ze met elkaar versmelten. In de lucht zitten zeer veel verschillende stuifmeelkorrels en alleen een specifieke combinatie van stuifmeelkorrel en stempel geeft bevruchting. Dit voorkomt bij kruisbevruchters kruisbevruchting tussen soorten of nauw-verwante planten, zodat deze soort-echt blijven.
Er zijn verschillende barrières tegen kruisbevruchting tussen soorten. Deze kunnen door de bouw van de bloem komen, maar er zijn ook genetische barrières. Deze kunnen sporofytisch of gametofytisch van aard zijn. Gametofytisch: de reactie van het stuifmeel hangt af van het genotype van de haploïde kernen van het stuifmeel en het genotype van de moeder, waardoor de stuifmeelbuis al of niet kan uitgroeien. Sporofytisch: de reactie van het stuifmeel hangt niet af van het genotype van de haploïde kernen van het stuifmeel maar van het genotype van de vader en het genotype van de moeder. Eenslachtige bloemen aan aparte vrouwelijke en mannelijke planten geeft doorgaans een zeer goede bescherming.
Ook tweeslachtige bloemen kunnen kruisbevruchting tegen gaan, doordat het stuifmeel en de stamper niet tegelijk rijp zijn, zoals bij Geranium macrorhizum of doordat de helmhokjes van de meeldraden ver van de stamper verwijderd zijn.
[bewerk] Methoden van bestuiving
Het proces van bestuiving vereist bestuivers die de stuifmeelkorrels verplaatsen naar de eicel. Methoden van bestuiving, die naar bestuiverstype zijn gecategoriseerd, zijn:
- bestuiving door insecten (entomogamie)
- bestuiving door dieren als vogels (ornithogamie) of vleermuizen (cheiropterogamie)
- bestuiving door de wind (anemogamie) (zeer algemeen bij grassen) en vele boomsoorten als Wilg, Berk, Eik
- bestuiving met behulp van water (hydrogamie) doordat het stuifmeel drijft en/of de stempel (bij Vallisneria spiralis drijft.
[bewerk] Bestuiving in de tuinbouw
Het beheer van de bestuiving is een tak van de tuinbouw die tot doel heeft om bestuivers te beschermen en te verbeteren, en vaak toevoeging van bestuivers in monocultuursituaties, zoals commerciële fruitboomgaarden impliceert. Zo worden er bijen uitgezet op commerciële aanplantingen van komkommers, pompoenen, meloenen, aardbeien, en veel andere gewassen. Honingbijen zijn niet de enige geleide bestuivers. Andere soorten bijen worden ook gecultiveerd als bestuivers. De bladsnijderbij is een belangrijke bestuiver voor luzernezaad in westelijk Verenigde Staten en Canada. Hommels worden meer en meer gecultiveerd en gebruikt voor serretomaten en andere gewassen.
[bewerk] Typen bestuiving
- allogamie: het stuifmeel komt op de stempel van een andere bloem terecht.
- kruisbestuiving (xenogamie): het stuifmeel wordt geleverd aan een bloem van een andere plant.
- buurbestuiving (gitogamie): het stuifmeel komt op een andere bloem, die op dezelfde plant zit en dit resulteert dus ook in zelfbestuiving.
- zelfbestuiving (autogamie): stuifmeel wordt overgebracht naar de stempel van dezelfde bloem.
Kruising is een efficiënte bestuiving tussen bloemen van verschillende soorten van het zelfde geslacht, of zelfs tussen bloemen van verschillende geslachten (zoals in het geval van verscheidene orchideeën).
Perziken worden beschouwd als zelfbestuivers omdat een commercieel gewas zonder dwarsbestuiving kan worden geproduceerd, hoewel de dwarsbestuiving gewoonlijk een beter gewas geeft. Appels worden beschouwd als zelf onverenigbaar.
Om bestuivers aan te trekken, hebben sommige bloemen, zoals de zonnebloem, een donkerder centrum wanneer ze bekeken worden onder ultraviolet licht (wat bijen zien). Er kunnen ook patronen zijn op de bloemblaadjes. Deze worden nectargidsen genoemd.
[bewerk] Milieu
Bestuiving van voedingsgewassen is een milieukwestie geworden. De tendens naar monocultuur betekent dat er in bloeitijd grotere concentraties bestuivers dan ooit tevoren nodig zijn. De andere tendens is de daling van bestuiversaantallen, wegens pesticidemisbruik en excessief gebruik, nieuwe ziekten en parasieten van bijen, daling van imkerij, ontwikkelingen in voorsteden en verwijdering van hagen en ander habitat van landbouwbedrijven. Het gebruik van luchtbestrijdingsmiddelen tegen muggen veroorzaakt een versnelling van het verlies van bestuivers.
[bewerk] De bestuiving van de bij
Bijen reizen van bloem naar bloem en verzamelen nectar (later omgezet in honing). In dit proces nemen ze de stuifmeelkorrels op. De bij verzamelt het stuifmeel door te wrijven tegen de stempel van de plant. Het stuifmeel verzamelt zich op de achterste benen, in de dichte haren die als stuifmeelmand worden gebruikt. Aangezien de bij van bloem naar bloem vliegt, worden de stuifmeelkorrels overgebracht op het vrouwelijke bloemdeel van andere planten.
Nectar voorziet de bij van energie en verstrekt het stuifmeel van proteïne. Wanneer de bijen grote hoeveelheden jongen grootbrengen, verzamelen bijen doelbewust stuifmeel om aan de voedingsbehoeften van het kroost te voldoen. Een honingbij die doelbewust stuifmeel verzamelt is tot tien keer efficiënter als bestuiver dan iemand die hoofdzakelijk nectar verzamelt en slechts ongewild stuifmeel verzamelt.
Goed bestuivingsbeheer heeft tot doel om bijen tijdens de bloeiperiode van gewassen nectar te laten verzamelen, zodat zij stuifmeel verspreiden.
[bewerk] Aantal bijenkorven nodig per 4000 m² gewassenbestuiving
- Appels: 1-2
- Bosbessen: 4
- Kanteloep: 2-4
- Komkommer 2-1
- Pompoen: 1
- Watermeloen: 1-3