Quetzalcoatlus
Quetzalcoatlus | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Geslacht | ||||||||||||
Quetzalcoatlus | ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Quetzalcoatlus northropi (Lawson, 1975) |
Quetzalcoatlus northropi is een uitgestorven vliegend reptiel uit de orde Pterosauria. Het is met een spanwijdte van tien meter de grootst bekende pterosauriër. Quetzalcoatlus leefde 83 tot 65 miljoen jaar geleden (tijdvak Krijt) in Noord-Amerika. De soort is in 1975 beschreven door Douglas A. Lawson. De naam Quetzalcoatlus is afgeleid van Quetzalcoatl, de gevederde god van de Azteken. De soortnaam is afgeleid van de Northrop-vliegtuigfabriek die het opgravingsonderzoek financierde.
Toen de eerste fragmenten van Quetzalcoatlus werden gevonden, is zijn grootte in het begin nogal overschat; men hield de typische verhoudingen van andere pterosauriërs aan en kwam zo op een mogelijke spanwijdte van wel vijftien meter. Latere vondsten toonden echter aan dat Quetzalcoatlus relatief korte vleugels had. Ook bleek er een enorme groottevariatie te zijn tussen volwassen exemplaren, zo sterk dat men eerst ten onrechte aannam dat het om jonge dieren ging. De soort kende kennelijk geen door leeftijd bepaalde groeistop. Als de omstandigheden gunstig waren, groeiden sommige individuen sneller en langer door en werden reuzen ten opzichte van de rest van de populatie die een typische spanwijdte had van slechts zes meter.
Toen men nog dacht dat Quetzalcoatlus de proporties had van een zweefvliegtuig, namen velen aan dat het een aaseter was die met gering energieverbruik hoog boven het landschap kruiste op zoek naar karkassen. De nieuwe interpretatie steunt die hypothese niet. Zijn enorme wat stompe bek was ook niet erg geschikt om vlees uit een kadaver te peuteren. Tegenwoordig worden twee mogelijkheden het meest genoemd: afgaande op de lange vrij stijve nek en de lange, tandeloze bek, was het óf een viseter die vlak over de zee scheerde, óf een "superooievaar" (superstork) die staand allerlei voedsel uit het midden van diepere meertjes haalde. De grootste indiviuduen van Quetzalcoatlus droegen hun hoofd, als zij zich op vier poten voortbewogen, op een hoogte van vier meter. Zijn grote absolute afmetingen maakten het hem mogelijk om in één enkele afzetbeweging al voldoende te versnellen om op te stijgen. Hij was relatief zwaar gespierd en gebouwd.
Fossielen zijn gevonden in Big Bend National Park (Texas, VS) en Alberta (Canada), tamelijk ver van de toenmalige kustlijn.