Priester
In vele religies zoals het boeddhisme, hindoeïsme en het christendom is een priester een tussenpersoon tussen God (goden) en de mensen. Het woord is afgeleid van het Griekse presbuteros dat oudste (van de gemeente) of ouderling betekent. Een priester is meestal een man, maar kan ook een vrouw zijn, afhankelijk van de voorschriften van de religie.
[bewerk] Rooms-Katholieke Kerk
In de Rooms-Katholieke Kerk is een priester een man die, na een opleiding van 6 à 7 jaar aan een seminarie of ander vormingsinstituut, van een bisschop de priesterwijding heeft ontvangen. Door deze sacramentele wijding krijgt hij de bevoegdheid om te preken en de sacramenten toe te dienen. Een belangrijke functie is de offerhandeling, het Misoffer in de katholieke theologie. Het woord priester staat in het Nederlands dan ook vaak gelijk aan "offeraar aan God of goden".
Uitdrukkelijk vindt men de functies van de priester binnen het christendom terug in de aloude (Latijnse) riten die de bisschop over de zojuist gewijde priester uitspreekt: Gewaardig u, Heer, om deze handen te wijden en te heiligen door deze zalving en onze zegening. Dat al hetgeen zij mogen zegenen gezegend zij, and al hetgeen zij toewijden toegewijd en geheiligd moge zijn, in de naam van Onze Heer Jezus-Christus. (...) Ontvang de macht aan God het Offer op te dragen en de Mis te vieren zowel voor de levenden als de doden, in de Naam des Heren.
Vroeger behoorde de priesterwijding in de Katholieke Kerk tot de Hogere Wijdingen, waarvan zij de hoogste trap was.
[bewerk] Seculiere en reguliere geestelijkheid
Een priester belooft bij zijn wijding gehoorzaamheid, ofwel aan de bisschop die hem wijdt, ofwel aan een overste van een religieuze orde, klooster of congregatie.
De eerstgenoemde rekent men tot de seculiere geestelijkheid (van het Latijn saeculum: het aardse leven, wereld). Zij worden door de bisschop benoemd tot leraar in een bisschoppelijk college, tot aalmoezenier van een ziekenhuis, rusthuis, van het leger of een beweging of aangesteld binnen een parochie (de pastoor en de parochievicaris - ook kapelaan of onderpastoor genoemd).
Zij die aan een overste gehoorzaamheid beloofden, rekent men tot de reguliere geestelijkheid: zij volgen een bepaalde levensregel (van bijvoorbeeld de Heilige Benedictus van Nursia of de Heilige Augustinus) en leven samen met andere broeders (niet-priesters) en paters (priesters). Zij krijgen hun taak van hun overste, die hen eventueel ter beschikking kan stellen van de plaatselijke bisschop om in zijn bisdom een taak op zich te nemen. Ook zij kunnen dus tot pastoor benoemd worden, maar slechts met instemming van hun overste.
[bewerk] Externe link
- De priester, herder en leidsman van de parochiegemeenschap - Instructie van de Congregatie voor de Clerus (4 augustus 2002)
- Aantal priesters en priesterwijdingen per bisdom in Nederland - Statistieken van 1950 tot 1996
{{{afb_links}}} | Christendom (Portaal) | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Bijbel - Jezus - Heilige Geest - Maria - Kerk - Monnik - Paus - Kardinaal - Bisschop - Priester - Pastoor - Kapelaan - Diaken - Dominee - Doop - Belijdenis - Avondmaal - Eucharistie - Liturgie - Liturgisch vaatwerk - Zonde - Vrijzinnig protestantisme - Vergeving - Geschiedenis van het christendom - Christendom van A tot Z |