Pontgieren
Pontgieren (werkwoord; pontgierde, gepontgierd): Met de kano of kajak vaar je langs de zijkant van een stroomversnelling (waar het water rustig is) in de stroming. Terwijl je je punt ietwat schuin in de stroming stuurt, trek je je achterkant bij, zodat je over de stroomversnelling glijdt, van links naar rechts, of andersom. Het moeilijke aan pontgieren is dat je de kano- of kajakpunt in de juiste hoek in de stroomversnelling moet sturen, zodat je nog de kracht en de mogelijkheid hebt je achterkant bij te trekken, met als gevolg dat je kano of kajak mooi zijdelings over de stroomversnelling beweegt, zonder stroomafwaarts af te drijven. De stroomversnelling moet wel mooi 'glad' zijn, dus zonder te grote stenen erin.
In het Nederlands werd deze vaartechniek vroeger ook wel 'pontvaren' genoemd, als letterlijke vertaling van het Engelse 'ferrying'. Tegenwoordig wordt het in de regel 'traverseren' genoemd. Traverseren is dan de vaartechniek waarbij je jezelf ergens naartoe verplaatst op stromend water terwijl je de uitwerking van een dwarskracht op de kano -- in dit geval de stroming -- compenseert door met een bepaalde hoek tegen die dwarskracht in te varen. Als de wind de dwarskracht is, wordt deze techniek 'zijwind-traverseren' genoemd.
