Oslo-akkoorden
De Oslo-akkoorden, officieel de Declaratie van Principes over de Reglementen van Interim Zelfbestuur, die op 20 augustus 1993 in Oslo, Noorwegen waren samengesteld en vervolgens op 13 september 1993 officieel ondertekend tijdens een ceremonie in Washington D.C., hadden het doel de eerste aanzet te zijn om het Palestijnse vraagstuk op te lossen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Mahmoud Abbas tekende voor de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie en Simon Peres tekende voor de regering van Israël. De getuigen waren Warren Christopher namens de Verenigde Staten en Andrei Kozyrev namens Rusland. De ondertekening gebeurde in aanwezigheid van Bill Clinton, president van de Verenigde Staten, Yitzhak Rabin, minister-president van Israël en Yasser Arafat, voorzitter van de PLO.
De Oslo-akkoorden waren het resultaat van een serie geheime en openbare besprekingen tussen beide partijen en in het bijzonder de Madrid conferentie van 1991. De onderhandelingen vonden plaats tussen de regering van Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie en diens vertegenwoordigingen en waren een poging om een eind te maken aan het conflict tussen beide partijen. De overleggen hebben hun oorsprong in de geheime bemiddelingspoging van koning Hassan II van Marokko om beide partijen bijelkaar te brengen [1].
Tijdens de publieke ceremonie aarzelde Yitzhak Rabin even Yasser Arafat de hand te schudden en president Bill Clinton gaf hem een schouderklopje om hem over de eerste drempel heen te helpen.
Er waren grote verwachtingen in de Oslo-akkoorden en de daaropvolgende overleggen en er was hoop dat er een zekere normalisering tussen Israël en de Arabische wereld plaats kon vinden, echter tot op heden is er weinig resultaat geboekt.
[bewerk] Principes
De essentie van de akkoorden waren de terugtrekking van het Israëlische defensieleger uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en het recht op zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse Autoriteit. Het zelfbestuur zou een interim-periode van vijf jaar in beslag nemen en gedurende die periode moest over een nieuw verdrag, bekend als Oslo II, worden onderhandeld. Bepaalde onderwerpen zoals Jeruzalem, vluchtelingen, nederzettingen en grenzen waren nadrukkelijk uitgesloten in de akkoorden. Het zelfbestuur zou in fases worden uitgevoerd.
De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever werden in drie gedeeltes verdeeld:
- Zone A - Onder bestuur van de Palestijnse Autoriteit.
- Zone B - Palestijnse Autoriteit maar onder Israëlisch miltair bewind
- Zone C - Onder bestuur van de regering van Israël
Tevens werden de Brieven van wederwijdse erkenning getekend waarin beide partijen elkaar erkenden als de wettelijke vertegenwoordigingen en de PLO het recht van de staat Israël om te bestaan erkende en het gebruik van terrorisme, geweld en het vernietigen van Israël afzwoer.
[bewerk] Oslo II
Oslo II was een interimregeling over de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Dit akkoord gaf de Palestijnen zelfbestuur in Bethlehem, Hebron, Jenin, Nablus, Qalqilya, Ramallah, Tulkarm, en ongeveer 450 dorpen.
Dit akkoord werd op 24 september 1995 in Taba (Sinaï, Egypte) getekend door Israël en de PLO en op 28 september bekrachtigd door premier Yitzhak Rabin en PLO voorzitter Yasser Arafat in Washington D.C.. Als getuigen waren president Bill Clinton en afgezanten van Rusland, Egypte, Jordanië, Noorwegen en de Europese Unie aanwezig.
[bewerk] Bron
^ Max Nordau, Jitschak Rabin De biografie: Soldaat van de vrede (1996)
[bewerk] Externe links
- Tekst van de Oslo-akkoorden (Engelstalig)
- Tekst van Oslo II (Engelstalig)