Os scaphoideum
Os scaphoideum | ||
---|---|---|
Handwortelbeentjes Proximaal: A=Os scaphoideum, B=Os lunatum, C=Os triquetrum, D=Os pisiforme Distaal: E=Os trapezium, F=Os trapezoideum, G=Os capitatum, H=Os hamatum |
||
Detailtekening van het os scaphoideum | ||
Latijn | os scaphoideum, os naviculare manus | |
Gray's | subject #54 221 | |
Gewrichten | articuleert met vijf beenderen spaakbeen proximaal os trapezoideum en os trapezium distaal os capitatum en os lunatum mediaal |
|
MeSH | A02.835.232.087.319.150.750 | |
Dorlands/Elsevier | o_07/12598675 |
Het os scaphoideum of het scafoïd is een van de acht handwortelbeentjes. Het is het grootste botje van de proximale rij van de handwortelbeentjes, gelegen aan de kant van het spaakbeen. Het heeft gewrichtsverbindingen met het spaakbeen, het os lunatum en het os capitatum aan mediale zijde, en het os trapezium en het os trapezoideum aan distale zijde.
Scaphoideum is een samenstelling van de Griekse woorden σκάφη, boot, en είδος, vorm. Het botje, dat ongeveer de grootte heeft van een cashewnoot, is namelijk bootvormig. Vroeger werd het ook wel het os naviculare (meer precies: os naviculare manus) genoemd, maar omdat ook in de voet een botje zit met deze naam is men overgestapt op os scaphoideum. De benaming os naviculare wordt door chirurgen echter nog steeds gebruikt.
[bewerk] Fractuur os scaphoideum
Het os scaphoideum is moeilijk te breken. Desondanks is 60% van de breuken in handwortelbeentjes een breuk in het os scaphoideum. Het os scaphoideum is het slechtst doorbloede botje van het gehele menselijke skelet, waardoor een breuk van het botje slecht geneest. Bij een navicularefractuur van de hand is er vaak asdrukpijn over de duim en de wijsvinger van de aangedane hand. Bovendien is de tabatière anatomique verstreken en drukpijnlijk. Om de breuk radiologisch aan te tonen wordt vaak een zogenaamde navicularereeks geschoten, een serie röntgenfoto's van het os scaphoideum in zes verschillende projectierichtingen. Desondanks is de breuk geregeld radiologisch niet aan te tonen. Na tien tot veertien dagen gipsbehandeling wordt het klinisch en zo nodig het radiologisch onderzoek herhaald, omdat een breuk van het os scaphoideum soms na veertien dagen wel zichtbaar is op röntgenfoto's.
Als behandeling wordt gedurende zes tot twaalf weken immobilisatie door middel van zogenaamd navicularegips gegeven. Dit gips reikt vanaf de elleboogsplooi tot aan de knokkels van de metacarpofalangeale gewrichten van de hand, met een verlenging tot het interfalangeale gewricht van de duim. Hiermee kan de kans op pseudoartrose, een beruchte complicatie, zo klein mogelijk worden gehouden. Het gehele genezingsproces kan drie tot vier maanden in beslag nemen.