Orde van Sint Joris
De Orde van Sint Joris werd in 1390 in het Graafschap Bourgondië door Ridder Philibert van Miolans gesticht. Men noemt deze Ridderorde ook "Orde van Rougemont". De Ridderorde had 27 adelijke ridders. De Orde ontleent haar ontstaan aan het relikwie van de Heilige Joris dat door de stichter meegenomen was uit het Midden-Oosten. De relikwie werd in een speciaal daarvoor gebouwde kapel bewaard en was van belang voor de Bourgondische adel omdat Sint Joris de patroonheilige van de ridders is. Het hoofd van de Orde werd tot 1569 "Batanier" genoemd, later werd hij als "gouverneur" aangeduid. Anders dan veel andere Ridderorden uit de 14e en 15e eeuw heeft deze Orde eeuwenlang bestaan. Zij werd in 1485 hervormd waarbij werd vastgelegd dat de leden 16 kwartieren moesten kunnen aantonen, dat wil zeggen dat al hun betovergrootouders van adel moesten zijn geweest. Dat goldt ook voor de "Dames van Rougemont", een Damesorde die met de Orde verbonden was. De Orde bestond nog tijdens de regering van de in 1715 gestorven Lodewijk XIV maar verdween in de 18e eeuw.
Ackermann vermeldt deze Ridderorde als een historische orde van Frankrijk.