Orakel van Delphi
In het centrum van de Oud-Griekse cultusplaats Delphi bevond zich een zeer belangrijke tempel, gewijd aan de god Apollo. Van heinde en ver begaven zich jaarlijks duizenden mensen, vaak pelgrims, op weg daarheen, om het orakel te raadplegen en Apollo goede raad te vragen bij het nemen van belangrijke en moeilijke beslissingen. Als god van het Licht werd Apollo immers verondersteld overal door te dringen, en te zien wat aan het oog van de mensen ontgaat.
De tempel herbergde een bijzondere priesteres, Pythia genaamd, die fungeerde als "doorgeefluik" van deze raadgevingen. De Pythia was een vrouw van eenvoudige afkomst, speciaal voor deze functie gekozen. Gezeten op een drievoet raakte zij op geregelde tijdstippen in religieuze vervoering. Het verhaal dat zij bedwelmd zou zijn door dampen uit een rotsspleet, of door andere hallucinogenen, berust mogelijk op een in de Hellenistische tijd ontstaan misverstand. Meer aannemelijk is de veronderstelling dat het om een autosuggestieve trance ging. Eenmaal in trance begon de Pythia onsamenhangende klanken uit te stoten, waar niemand iets van begreep, maar waarvan men aannam dat het de boodschap van de goden was. Enkele priesters (de voornaamste onder hen heette de prophètès), die altijd vlakbij meeluisterden, schudden dan begrijpend hun hoofd en gaven "een vertaling", vaak in hexametrische verzen, van wat de boodschap van de god heette te zijn. Vaak was deze boodschap cryptisch omschreven en vergde het de nodige inspanning om er daadwerkelijk een praktische raad uit te destilleren. Zowel op politiek als op religieus vlak waren de antwoorden vaak conservatief en meerduidig.
Het Delphische orakel werd door particulieren, staten en buitenlandse vorsten geraadpleegd. Bekend is o.m. koning Croesus van Lydië. Deze zou het orakel geraadpleegd hebben over zijn slaagkansen indien hij een oorlog tegen zijn buurman Perzië zou beginnen. Het orakel antwoordde dat hij "een groot rijk zou verwoesten" als hij aan de oorlog begon. Hetgeen ook uitkwam: Croesus verwoestte een groot rijk: het zijne ...
Bij de raadpleging van het orakel legde men nadruk op rituele en ethische reinheid: hierdoor combineerde Delphi twee van de belangrijkste apollinische kenmerken, het extatische van de profetie en het reinigingsaspect; het derde kenmerk, dat van de (innerlijke en uiterlijke) ordening, kwam tot uiting in de tot bezinning manende opschriften op de wanden van de tempel (zoals: "Ken u zelf", "Alles met mate", enz...) en in het sturende en matigende optreden van het orakel bij politieke geschillen.
Een eerste glorietijd beleefde het orakel in de 7e / 6e eeuw v. Chr., toen het optrad als adviescentrum bij de stichting van Griekse koloniën in het Middellandse-Zeegebied. In de strijd tegen Perzië betoonde het zich op zijn zachtst gezegd defaitistisch. Boze tongen beweerden dat de priesters heimelijk hoopten van de theocratische organisatie van het Perzische Rijk gebruik te maken om, bij een eventuele Perzische overwinning, hun machtspositie aanzienlijk te vergroten. In de loop van de 5e eeuw v. Chr. herwon het orakel echter zonder moeite opnieuw zijn prestige.
Het heiligdom van Delphi werd materieel bestuurd door een raad van amphictionen, door wie zware misbruiken werden gestraft met een Heilige oorlog. Door de derde van deze oorlogen (355–346 v.C.) verwierf Philippus II van Macedonië niet alleen invloed op het orakel zelf, maar daarmee ook op de rest van Griekenland. In de volgende eeuwen ging Delphi er sterk op achteruit, o.m. door invallen en plunderingen van barbaren, maar het beleefde een hernieuwde bloei tijdens de Romeinse overheersing, vooral door de belangstelling van keizers als de filhelleen Hadrianus. In 390 na Chr. werd het orakel van Delphi op bevel van de fanatieke christelijke keizer Theodosius I definitief gesloten, volledig in de lijn met zijn politiek om alle voor-christelijke praktijken uit te roeien.
[bewerk] Externe links
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Delphi van Wikimedia Commons. |