Oldambt
Het Oldambt is een landstreek tussen de oude Ommelanden en Westerwolde. Het bestaat uit oorspronkelijk uit twee gebieden die samengevoegd zijn: Klei-Oldambt en Wold-Oldambt. Tegenwoordig wordt ook het tot Nederland behorende deel van Reiderland (met uitzondering van de Punt van Reide) tot het Oldambt gerekend. Het omvat de huidige gemeenten Reiderland, Scheemda, Menterwolde, Winschoten en het zuidoostelijke deel van de gemeente Delfzijl. Oorspronkelijk werden ook het grondgebied van de gemeenten Veendam en Pekela tot het Oldambt gerekend, maar tegenwoordig wordt dit gebied onder de Veenkoloniën gerekend. Het Oldambt is van oorsprong een landbouwgemeenschap en kent een roerige geschiedenis.
De benaming Oldambt kan op twee manieren opgevat worden:
- Landschappelijk: het gebied met landschapskenmerken van het Oldambt (kaart 1)
- Staatkundig: het historische Ommeland/gewest Oldambt (kaart 2)
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Tot ver in de middeleeuwen maakte het Oldambt deel uit van Fivelingo. Deels is dit te zien in de samenstelling van het decanaat Farmsum, dat behalve het gehele Oldambt ook gebieden rondom Appingedam omvatte. De Frankische gouw was bestuurlijk onderverdeeld in ambten, waarvan het Oldambt er één was. De vroegst bekende (Friese) benaming van het gebied is Alda Ombechte, wat op de rand van het zegelwapen van het Wold-Oldambt staat (vanaf 1347 in gebruik). Dat het Oldambt ('het Oude Ambt') als eerste van de gebieden in het noorden van (het huidige) Nederland onder Frankisch bestuur zou hebben gevallen en vandaar de naam oude ambt hebben gekregen is een andere visie. Het Oldambt maakte sinds de middeleeuwen deel uit van het bisdom Münster, zowel in wereldlijke als in geestelijke zin en werd daarin plaatselijk bestuurd door de Ripperda's in Farmsum, die het dekanaatsambt bezaten. Daarnaast werd het Wold-Oldambt bestuurd door de Gockinga's in Zuidbroek en de Houwerda's in Termunten. Het plaatselijke bestuur in een kerspel werd geregeld door middel van een rechtsommegang (dingspel) en de functie van de hoofdelingen.
Het gewest bestond voornamelijk uit graslanden, wolden (veengebieden) en kwelders. Het Oldambt was toen verdeeld in twee delen: het Wold-Oldambt (Zuid-Oldambt) en het Klei-Oldambt (Noord-Oldambt). Tot het Wold-Oldambt behoorden de kerspelen: Meeden, Noordbroek, Zuidbroek (met de achterliggende gebieden van Muntendam en de veengebieden), Scheemda, Eexta, Midwolda, Oostwold, Finsterwolde en Oost-Finsterwolde. Tot het Klei-Oldambt behoorden de kerspelen: Termunten, Klein-Termunten, Wagenborgen en Borgsweer.
De grens tussen Reiderland en het Oldambt werd gevormd door de Tjamme. De kuststreek werd voornamelijk bewoond door Friezen en de wolden door Saksen. Beide groepen vermengden zich in een vroeg stadium en de overheersende taal werd al spoedig het Gronings. Het gebied hoorde bij het Friesland tussen Eems en Lauwers (de latere Groningse Ommelanden). De stad Groningen wist het gebied te veroveren door de Gockinga's uit Zuidbroek en de Houwerda's uit Termunten te verdrijven in 1438. Beide onderdelen van het Oldambt vervielen in Groningse handen en mede achtervolgd door deze feiten bleven de Oldambtsters strijden om hun vrijheid en onafhankelijkheid (van Groningen), onder meer in 1647. De strijd mocht niet baten en de Oldambtsters bleven de achtergestelde positie ten opzichte van Fivelgo en Hunsingo houden. Door de overheersende positie van de Stad ontwikkelden zich in het Oldambt, anders dan in Fivelingo, Hunsingo en het Westerkwartier, ook geen jonkergeslachten. In het Oldambt hebben daarom ook nooit borgen gestaan met heerlijke rechten.
De toenmalige hoofdplaats van het Oldambt was Midwolda. Het wapen van het Oldambt is de directe voorloper van die van de voormalige gemeente Midwolda. De afgebeelde vergrootte kruiskerk van Midwolda diende als plaats voor bestuur en rechtspraak. Zo werd hier het Oldambtster landrecht in 1471 opgetekend. Andere rechtsplaatsen waren Zuidbroek, Finsterwolde in het Wold-Oldambt en Oterdum (later vervangen door Termunten) in het Klei-Oldambt.
Op 23 mei 1568 trokken de Spaanse troepen het Oldambt binnen. Ze werden opgesteld bij het klooster van Heiligerlee. Deze werden opgewacht door het Staatse leger, die de troepen vervolgens het veen in dreven. Deze gebeurtenis wordt gezien als het begin van de Tachtigjarige oorlog. (Zie hoofdartikel: Slag bij Heiligerlee)
Rond 1800 hadden de (inmiddels ontgonnen veengebieden en) weilanden plaatsgemaakt voor akkers. Dit gebeurde enerzijds omdat er verschillende veepesten uitbraken en het vee dus niet meer kon grazen, anderzijds werden de landbouwkundige technieken en de opbrengsten belangrijk verbeterd. Nu kent men in het Oldambt overwegend bouwland. De introductie van de aardappel in de kleigebieden zorgde voor een grote toename van de rijkdom van de landbouwers. Door de verbetering van de levensomstandigheden voor boerenarbeiders nam de kindersterfte af, de levensverwachting toe en de arbeidersgezinnen steeds groter. Door het grote overschot aan arbeidskrachten en de sterk gestegen welvaart veranderde het karakter van het Oldambt en kwam er een enorm verschil tussen rijk en arm. Door het te grote standsverschil ontstonden wrijvingen tussen boeren en hun arbeiders. De rijkdom van de landbouwers kan men tegenwoordig nog steeds zien aan de kapitale boerderijen in dit gebied.
Ook is de communistische partij in de gemeente Reiderland een van de overblijfselen van deze ongelijkheid. Tegenwoordig wordt ook het voormalige Reiderland tot het Oldambt gekrend. De CPN had in het Oldambt haar grootste aanhang met name in deze gemeente. De rest van het Oldambt was overwegend socialistisch gebied, waarbij de SDAP en later PvdA de boventoon voerde. De bevolking was tot ver in de twintigste eeuw werkzaam in de landbouw, al hebben de aardappelmeel- en strokartonindustrie, aan de rand van het gebied, eveneens een belangrijke rol gespeeld.
De periode na de Duitse bezetting in 1940 kende weinig opleving al waren er vormen van verzet tegen de bezetter. De bevrijding van het Oldambt in 1945 werd uitgevoerd door Canadese en Poolse militairen.
[bewerk] Infrastructuur
Het Oldambt vormt sinds enkele jaren een belangrijk centrum in het Noord-Oosten van Nederland, waarbij Winschoten een regionale centrumfunctie heeft. De verbrede A7 vormt een belangrijke schakel in de transportroute naar het noorden van Europa. Sinds 2005 is er over de grens tevens een aansluiting met het zuiden van Duitsland, waardoor het gebied een belangrijke positie voor transport en distributie vormt. Het wachten is echter nog op de verbreding van de N33 en de ontsluiting van het transportknooppunt ten noorden van Veendam. Voor de verbreding van de N33 is door de landelijke politiek inmiddels geld beschikbaar gesteld. Een ander knelpunt in de infrastructuur is de versmalling van het spoor ter hoogte van Zuidbroek tot over de grens met Duitsland. Het belang van railtransport wordt nog onderkend door de landelijke en regionale politiek.
[bewerk] de Blauwe Stad
De regio heeft sinds kort een grote verandering ondergaan dankzij het project de Blauwe Stad. Dit project werd gestart om de regio een positieve economische injectie te geven. Sinds mei 2005 stroomt er water in het vers aangelegde meer dat sinds eind 2005 de naam het Oldambtmeer draagt. De vraag naar woningen in deze regio is dan ook gestegen nadat Koningin Beatrix in die zelfde maand officieel het meer vol heeft laten lopen met water afkomstig uit de Hongerige Wolf. De naam voor het nieuwe gebied is tot op heden nog onbekend. De projectnaam, Blauwestad, zal echter niet de naam worden. De betekenis ervan slaat namelijk op de stad Winschoten en het daar bij aangelegde meer: het Oldambtmeer. Eind 2006, begin 2007 wordt de definitieve naam voor het gebied met de nieuwbouw verwacht. In speculaties wordt gesproken over Oldambtmeerhaven als plaatsnaam.
De streek is van oorsprong geliefd bij mensen uit het Westen die de rust en de ruimte zoeken. Ter vergelijking: een woning in het Oldambt kost ongeveer een kwart minder dan een vergelijkbare woning beneden de rivieren. Dankzij het Blauwe Stad project zal daar waarschijnlijk binnen enkele jaren een verandering in komen. Al heeft deze streek concurrentie van de lager geprijsde woningen over de grens met Duitsland. Het projectgebied ligt aan de A7, 30 minuten met de auto van de stad Groningen, en op 15 minuten rijden van Duitsland.
Als in 2010 de gemeentes Scheemda, Reiderland en Winschoten worden samengevoegd tot één grote gemeente, zal het met bijna 40.000 inwoners de tweede gemeente van de provincie Groningen zijn. De voorbereidingen zijn inmiddels begonnen en zijn er zijn al diverse instellingen samengevoegd. Vele instanties uit de betreffende gemeentes werken al enige jaren samen en in 2010 zal het samenvoegen slechts een formaliteit zijn. Deze herindeling ligt in lijn met het Blauwestad project.
[bewerk] Taal
In het Oldambt wordt voornamelijk Gronings (Grönnegs) gesproken. Deze taal is ontstaan uit het Nedersaksisch, met enkele invloeden uit het Fries. Het dialect zoals dat in het Oldambt wordt gesproken heeft een grote verwantschap met het Platduuts en in mindere mate met het Deens.
In het centrum van de handelsstad Winschoten wordt meer Nederlands gesproken dan Gronings. Al kan men daar wel terecht met het Grönnegs. De belangrijkste oorzaak voor het gebruik van het Nederlands is commercieel. Daarnaast kan men in Winschoten ook overal terecht met het Duits, dankzij de grote stroom Duitse toeristen en dagjesmensen. Een van de eerste woorden die men leert is de groet van de Oldambtsters: 'moi'. Dat spreekt u uit zoals u het schrijft. Het zal u meteen opvallen dat bijna iedereen u groet, zeker in de dorpen van het Oldambt. Dat is gebruikelijk en een deel van de sociale cultuur van de streek (en eigenlijk van heel Groningen).
[bewerk] Radio en Televisie
Deze streek heeft ook haar eigen regionale en lokale omroepen. Speciaal voor het Oldambt zijn daarbij lokale-omroep Scheemda, gericht op de gemeente Scheemda, en Radio Winschoten, voor de gemeenten Reiderland en Winschoten. En in Reiderland en Winschoten kan men via de Kabel ook nog kijken en luisteren naar Blauwe Stad TV.
Omroep Scheemda is in de gemeente Scheemda te beluisteren via de ether op 105.8 MHz en via de kabel op 104.1 MHz. Radio Winschoten is in de gemeenten Reiderland en Winschoten te horen in de ether via 106.2 MHZ en op de kabel via 104.1 MHz. Blauwe Stad TV is te vinden op kanaal 7; 189,25 MHz. In 2010 zullen de gemeentes Scheemda, Reiderland en Winschoten worden samengevoegd tot één nieuwe gemeente. Met de komst van deze nieuwe gemeente zal er één streekomroep komen die de oude lokale omroepen zal vervangen. Naast bovengenoemde publieke omroepen heeft het Oldambt ook haar eigen commerciële radiostation, genaamd Radio Oldambt (www.radiooldambt.nl). Het in Winschoten gevestigde station is via de kabel op 101,9Mhz te ontvangen in de gemeenten Winschoten, Bellingwedde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Menterwolde en Vlagtwedde. Daarnaast is de omroep via het internet wereldwijd in FM-kwaliteit te beluisteren. Radio Oldambt is 24 uur per dag, 7 dagen in de week in de "lucht" met veel gouwe ouwe muziek en informatie.