Niña
De Niña was een van de drie schepen tijdens Christoffel Columbus' ontdekking van Amerika. De andere schepen waren de Pinta en de Santa María.
[bewerk] Eerdere schepen
De Pinta was een karveel met drie masten en een ruiminhoud van 60 ton. Het schip had een lengte van 20 meter en een breedte van 7 meter. De bezetting bestond uit 24 man en het commando over de Pinta werd gevoerd door Vicente Yañez Pinzón. De Niña werd gebouw in 1491 in Moguer en heette eigenlijk Santa Clara. De naam waaronder het schip bekend is geworden is waarschijnlijk een humoristische verwijzing naar de eigenaar Juan Niño, die ook aanwezig was bij de reis waarop Columbus Amerika ontdekte.
[bewerk] Vlaggeschip
Na het vergaan van de Santa María tijdens kerstmis 1492 koos Columbus de Niña als zijn vlagschip. Die functie vervulde de Niña ook tijdens de tweede reis van Columbus. Nadat Columbus weer terug was gekeerd in Spanje in 1496 voer het schip zonder zijn toestemming naar Sardinië onderweg werd het echte door Franse piraten gekaapt en de bemannig gevangen genomen. Kapitein Alonso Medel wist echter te ontsnappen en het schip terug te veroveren, waarna hij ermee terug naar Spanje keerde. In 1498 reisde Columbus er weer mee naar Amerika. In 1501 maakte het schip nog een expeditie naar de Parelkust en daarna is er niets meer over bekend.