Mir
De Russische Mir (Мир, wat in het Russisch zowel wereld als vrede betekent) was het eerste permanent bewoonde ruimtestation in een baan om de Aarde. Het bestond uit verschillende met elkaar verbonden modules, waarvan de eerste module op 19 februari 1986 werd gelanceerd en de laatste in 1996. Mir was gebaseerd op de al eerder door de Russen gelanceerde Saljoet ruimtestations. Gedurende de tijd dat Mir in een baan om de aarde cirkelde, is er veel wetenschappelijk onderzoek verricht.
Op een enkele uitzondering na, is Mir tot augustus 1999 continu bewoond geweest. Op 23 maart 2001 keerde Mir na 15 jaar terug in de Aardse atmosfeer om vervolgens in brokstukken in het zuiden van de Grote Oceaan neer te storten. Voor die tijd waren er nog vage plannen om Mir te gebruiken als televisie- of filmstudio, maar daarvoor bleek hij te onstabiel en te onveilig. Het zou eenvoudigweg te duur worden om Mir nog langer in gebruik te houden.
Inhoud |
[bewerk] Modules
De Mir Core Module was de eerste module (gelanceerd in 1986) en beschikte over een besturingseenheid en woonruimte. De Kvant I (1987) en Kvant II (1989) beschikte over wetenschappelijke instrumenten en een ruimte voor persoonlijke verzorging. Met de in 1990 gelanceerde Kristall module werd het arsenaal aan wetenschappelijke apparatuur verder uitgebreid. De Spektr module (1995) leverde woon en werkruimte voor de Amerikaanse astronauten, die inmiddels ook regelmatig gebruik maakten van Mir. In 1996 werden de laatste twee modules aangekoppeld; Priroda (voor de bestudering van de aarde) en de Docking Module, waarmee de Space shuttle op een veilige en stabiele manier aan Mir gekoppeld kon worden.
Aan het eind van zijn levensduur was de omvang van Mir 33 x 31 x 27,5 m en de massa omstreeks 140 duizend kilo. In totaal zijn er ruim honderd ruimtevaarders aan boord geweest. Sinds de lancering van de eerste module heeft Mir ruim 360 duizend maal rond de aarde gedraaid op een gemiddelde hoogte van 375 kilometer.
[bewerk] Codenaam 'Phase One'
De Amerikaanse president George H.W. Bush en zijn Russische collega Boris Jeltsin kwamen in juni 1992 overeen dat beide naties zouden samenwerken bij het verkennen van de ruimte. Het eerste resultaat daarvan was dat er een Amerikaan aan boord klom van Mir en er twee Russische kosmonauten aan boord van de Space Shuttle gingen. Deze samenwerking, waarbij de Amerikanen veelvuldig gebruik maakte van Mir, werd bekend onder de codenaam 'Phase One' (Eerste fase).
Ruim een jaar na de overeenkomst kondigen Al Gore en Viktor Tsjernomirdin in september 1993 de plannen voor een nieuw ruimtestation aan: Phase Two (Tweede fase). Hiermee was de basis voor het International Space Station (ISS) gelegd.
[bewerk] Problemen met Mir
De laatste jaren had Mir regelmatig problemen. Op 23 februari 1997 brak er brand uit aan boord en scheelde het weinig of de complete bemanning had het ruimtestation moeten verlaten (daarvoor was een Sojoez reddingsschip beschikbaar). Vier maanden later kwam Mir in botsing met een onbemand Progress vrachtschip, waarbij een gat in de romp sloeg en een deel van Mir moest worden afgesloten. Andere problemen waren de energievoorziening die regelmatig uitviel en de temperatuur, welke in de Kvant II module regelmatig opliep tot meer dan 40 graden Celsius. Gebrek aan vertrouwen, coördinatiestoringen en taalproblemen verergerden de problemen nog eens.
[bewerk] Terugkeer naar aarde
Met behulp van een op 27 januari 2001 aangekoppeld Progress vrachtschip werd tussen 7 maart en 21 maart Mir in een lager gelegen baan gebracht op 220 kilometer. Plotseling trad er een nieuw probleem op; Mir begint langzaam te tollen. Omdat het stabiliseren erg veel brandstof zou kosten wordt dit uitgesteld tot de laatste dag voor de impact. In Japan, Nieuw-Zeeland en Australië ontstaat grote onrust over de schade die eventueel op land neerstortende brokstukken zouden aanrichten. Om deze onrust weg te nemen wordt er voor 2 miljoen dollar een verzekering afgesloten die eventuele schade dekt. Op 23 maart dook Mir met een snelheid van ongeveer 8 km/s de dampkring binnen. Door de grote plotselinge afremming door de toenemende luchtdruk en de hoge temperatuur breekt het schip in stukken en sommige onderdelen verbranden. Vanaf de Fiji eilanden waren de verbrandende delen goed zichtbaar. Over een gebied van zo'n 5000 kilometer lang en 200 kilometer breed op 4000 kilometer ten oosten van Nieuw-Zeeland kwamen de brokstukken neer in de Grote Oceaan.
Records in de ruimtevaart | {{{afb_groot}}} | ||
---|---|---|---|
Eerste satelliet / levend wezen / mens / vrouw / wandeling / foto's van de achterkant van de maan / man op de maan / station Langste ruimtevlucht / bestaande ruimtestation |