Louis de Bonald
Louis Gabriel Ambroise, vicomte de Bonald (Millau bij Rouergue, 2 oktober 1754 – Millau, 23 november 1840) was een Frans politicus, schrijver en filosoof.
[bewerk] Leven
Louis de Bonald werd geboren in het familiekasteel te Monna dichtbij Millau in het departement Aveyron op 2 oktober 1754. Hij was afkomstig uit een familie van juristen en studeerde aan het collège des Oratoriens van Juilly. In 1776 huwde hij een meisje van de streek, Elizabeth Guiral. In 1785 werd hij benoemd tot burgemeester van Millau en enkele jaren later zat hij ook de recent gecreëerde volksvergadering van het departement Aveyron voor.
Op het einde van de 18e eeuw nam hij ontslag uit zijn functies uit protest tegen de grondwettelijke eed van de priesters die hijzelf had geweigerd toe te passen. Hij emigreerde in 1791 en sloot zich aan bij het leger van Condé, om zich uiteindelijk te vestigen in Heidelberg.
Na het uitbreken van de Franse Revolutie ontwikkelde hij een reactionaire visie op de maatschappij. Hij gaf in 1796 zijn werk Théorie du Pouvoir politique et religieux dans la Société civile (Theorie van de politieke en religieuze Macht in de Burgermaatschappij) uit te Konstanz.
Tijdens het Directoire keerde de Bonald terug naar Frankrijk. In 1800 publiceerde hij een Essai analytique sur les Lois naturelles de l’Ordre social (Analytisch essay over de natuurlijke wetten van de sociale Orde). Tijdens het Consulaat drukte hij zijn monarchistische ideeën uit in het weekblad le Mercure de France. In 1802 publiceerde hij De la Législation primitive considérée dans les derniers Temps par les Lumières de la Raison. Vanaf 1810 wisselde de Bonald ideeën uit met andere ultramontane denkers en in de periode 1815-1830 stond hij aan het hoofd van de ultraroyalistische oppositie. Dit weerhield hem er overigens niet van in 1810 onder Napoleon onderwijsadviseur te worden.
In 1816 trad de Bonald toe tot de Académie française. In 1818 publiceerde hij zijn Recherches philosophiques sur les premiers Objets des Connaissances morales en in 1827 een Démonstration du Principe constitutif des Sociétés.
Tijdens de Restauratie wierp de Bonald zich op als de theoreticus van de ultraroyalistische oppositie. In 1815 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger van het departement Aveyron. In 1816 was hij de rapporteur van de wet die de scheiding onmogelijk maakte. In 1822 werd hij voorzitter van het censuurcomité.
Na de val van Karel X in 1830 weigerde de Bonald trouw te zweren aan de nieuwe koning Louis-Philippe d'Orléans en trok hij zich terug in zijn kasteel in de Aveyron. Hij overleed er op 23 november 1840.
[bewerk] Gedachtegoed
Louis de Bonald is gekant tegen de Franse Revolutie en probeert in de meeste van zijn geschriften de fundamenten ervan te ondermijnen. Hij gaat hiermee in tegen de theorie van het sociaal contract van Jean-Jacques Rousseau en de idee van het individualisme van de Verlichting. Niet het individu, maar wel de maatschappij in zijn geheel is het belangrijkst. De autoriteit komt volgens de Bonald niet van de wil van het volk, maar wel van God, die zijn macht uitoefent via de koninklijke macht. De monarchie is de basis van de organisatie van de maatschappij. De koning wordt door de goddelijke macht aangewezen. De enige orde die de maatschappij nodig heeft, is diegene die door God werd ingesteld. God heeft immers een orde gecreëerd die analoog is aan diegene die in het universum heerst. De enige orde die van tel is, is de structuur God-koning-vader. Bovendien, aangezien enkel de goddelijke orde van belang is, is er ook geen nood aan een grondwet.
De Bonald is daarmee een van de ferventste voorstanders van de absolute monarchie en men kan hem beschouwen als een van de ideologen en theoretici van die staatsvorm.
[bewerk] Werken
- Théorie du Pouvoir politique et religieux dans la Société civile (1796)
- Essai analytique sur les Lois naturelles de l’Ordre social (1800)
- Du traité de Westphalie et de celui de Campo-Fromio (1801)
- Du divorce (1801), waarin de Bonald zich uitspreekt tegen het toelaten van scheidingen.
- De la Législation primitive considérée dans les derniers Temps par les Lumières de la Raison (1802)
- Réflexions sur l'intérêt général de l'Europe (1815)
- Essai analytique sur les lois naturelles de l'ordre social (1817)
- Pensées sur divers sujets et discours politiques (1817)
- Mélanges littéraires, politiques et philosophiques (1818)
- Observations sur un ouvrage de Mme de Staël sur la Révolution (1818)
- Recherches philosophiques sur les premiers Objets des Connaissances morales (1818)
- Législation primitive considérée par les lumières de la raison (1821)
- Opinion sur la loi relative à la censure des journaux (1821)
- De la chrétienté et du christianisme (1825)
- De la famille agricole et de la famille industrielle (1826)
- Démonstration du Principe constitutif des Sociétés (1827)
Vooraf gegaan door: Jean Jacques Régis de Cambacérès |
Zetel 30 Académie française 1816-1840 |
Opgevolgd door: Jacques-François Ancelot |