Liturgische kleur
Een liturgische kleur is een kleur, die in overeenstemming met de traditie de gewaden van de celebrant en assistenten kenmerkt, waarin deze de katholieke mis opdragen of in andere liturgische vieringen dienen. Sinds het einde van de twintigste eeuw is ook bij veel protestantse kerken het gebruik van liturgische kleuren in opkomst.
[bewerk] De kleuren
De kleuren variëren al naar gelang het moment in het kerkelijk jaar. Men onderscheidt:
- Paars (violaceus) - voor de advent en vasten oftewel veertigdagentijd (de tijd voor Pasen). Tegenwoordig wordt paars ook gebruikt voor uitvaarten.
- Wit (albus) - op Pasen en voorts tot Pinksteren (ook op Witte Donderdag); in de Kersttijd tot en met Epifanie en op alle feesten en heiligenfeesten die geen martelaar betreffen. Bovendien kan wit in geval van nood alle andere kleuren vervangen.
- Rood (ruber) - op Pinksteren en op feesten van martelaren en Goede Vrijdag.
- Groen (viridis) - op zondagen door het jaar na Epifanie en na het feest van de Heilige Drie-eenheid. Het feest van de heilige Drieëeenheid zelf heeft als liturgische kleur wit.
- Roze (color rosaceus) - mag op zondag Gaudete en zondag Laetare gebruikt worden in de streken waar dit gebruikelijk is.
- Goud - op elk uitbundiger gevierd feest, vooral een hoogfeest, mag goud de kleur wit vervangen. Goud mag echter nooit paars of zwart vervangen.
- Zwart (niger) - op begrafenissen.
- Blauw - een kleur die in sommige landen, zoals Spanje, wordt toegestaan voor feesten van de Heilige Maagd Maria.
Artikels 345 tot en met 347 van de Institutio Generalis Missalis Romani behandelen het gebruik van de liturgische kleuren in de Rooms-Katholieke Kerk.
- Grijs - is een niet toegestane kleur die onder uitgesproken liberale groepen binnen de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland nog wel eens wordt gebruikt voor begrafenissen.
[bewerk] Externe link
- Institutio Generalis Missalis Romani (Engelse vertaling)