Kurt Student
Kurt Student (Birkholz, Duitsland 12 mei 1890 - Lemgo, Duitsland 1 juli 1978) was generaal bij de Duitse luchtmacht. Tot laat in de vorige eeuw werd Student echter nog door het Duitse leger geëerd als 'vader' van de Duitse "Fallschirmjäger", de luchtlandingstroepen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij piloot.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij aanvoerder van de Duitse luchtlandingstroepen (de Fallschirmjäger). De troepen van Student hadden ook een sleutelrol bij de aanval op Nederland in mei 1940. Hij speelde ook een centrale rol rond de besluitvorming van het bombardement op Rotterdam; opvallend genoeg droeg hij het bevel over aan een ander, vlak voor de beslissing viel om de stad te bombarderen. In zijn eigen lezing heeft hij geprobeerd het bombardement te voorkomen door rode vuurpijlen af te laten schieten, die helaas door niemand zijn gezien.
Op 10 mei 1940 werd een heel legerkorps met vliegtuigen over de Nederlandse en Belgische linies gevlogen. Dit was een technisch novum, in zoverre, dat de Nederlandse defensiestrategie, gebaseerd op de forten van de 'waterlinie', hier niet op was voorbereid. Students troepen faalden echter de belangrijkste gestelde doelen in Nederland te veroveren en stuitten op meer weerstand dan voorzien. Een doel wat wel werd bereikt met behulp van Students luchtlandingstroepen wat de inname van het als strategisch belangrijk beschouwde fort bij Eben-Emael, ten noorden van Luik.
De aanval ten zuiden van Rotterdam, waarbij de bruggen bij Moerdijk en Zwijndrecht en het vliegveld Waalhaven veroverd werden, liep echter vast op Nederlandse stellingen. Ook de landingen van de 22e Luftlande-Division onder luitenant-generaal Von Sponeck waren een mislukking: het doel, het uitschakelen van de regering en het opperbevel, werd niet bereikt. 1.600 Duitse soldaten werden krijgsgevangen gemaakt. 900 van hen konden nog voor de Nederlandse capitulatie naar Engeland gevoerd worden.
Om een Nederlandse capitulatie af te dwingen, besloot het Duitse opperbevel om de stad Rotterdam te bombarderen, en wel zonder de bewoners te laten evacueren. Het bombardement vond plaats terwijl onderhandelingen over een capitulatie, afgedwongen met het dreigement van een bombardement, reeds gaande waren. Onder dreiging dat meer steden dit lot zouden volgen, capituleerde de Nederlandse bevelhebber generaal Winkelman. Student heeft later verklaard dat het bevel de aanval af te blazen de reeds opgestegen vliegtuigen niet meer heeft bereikt. Tevens had Student zelf slechts gevraagd om een tactisch Stuka bombardement op de Nederlandse stellingen, aldus de generaal zelf. Enkele uren voor de bommen vielen heeft Student het bevel overgedragen aan een andere generaal. Hij zou nog wel vuurpijlen hebben laten afschieten om de vliegtuigen met hun dodelijke lading terug te laten keren, maar dit teken is niet begrepen of gezien door de piloten.
Daagse na de inname van de smeulende resten van Rotterdam was Student aanwezig bij een overleg tussen Duitse en Nederlandse militairen, toen op straat geweervuur klonk. Toen hij poolshoogte nam bij een raam werd hij getroffen in het hoofd, na een schot van een Duitse militair. Hij overleefde dit bizarre incident, maar zijn herstel nam meer dan 9 maanden in beslag.
In 1941 leidde Student vervolgens ook de aanval op Kreta, met wederom een grote luchtlandingsoperatie. Het eiland werd veroverd, maar ten gevolge van het onverwacht felle verzet van partizanen en gealliëerde troepen, tesamen meer dan 40,000 manschappen, vonden meer dan 6.650 paratroepen de dood. Hitler besloot hierop geen paratroepen meer in te zetten bij grootschalige operaties en zag onder meer af van een invasie van Malta.
Student gaf na de gevechten op Kreta persoonlijk directe bevelen voor repercussies tegen de burgerbevolking; hij beriep zich hierbij op wreedheden, begaan door de partizanen jegens Duitse militairen tijdens de gevechten. Van een aantal dorpen werd vervolgens de hele mannelijke bevolking ter dood gebrecht, van een enkel dorp werden ook de vrouwen en kinderen vermoord.
Nadien werd Student overgeplaatst naar Italië en vervolgens naar Frankrijk, waar hij met zijn troepen verdreven werd door de landingen in Normandië in 1944. Student werd de commandant van het 1e Parachutisten Leger en nam in die hoedanigheid deel aan de tegenaanval tegen de geallieerde Operatie Market Garden. Het was het tweede drama in Nederland, waarbij na Rotterdam, in een stedelijk gebied, ditmaal Arnhem, veel burgerslachtoffers te betreuren waren. Na een kort verblijf aan het oostfront in Mecklenburg, waar de Russen niet konden worden tegengehouden, werd Student op 8 mei 1945 door de Britten in Sleeswijk-Holstein gevangengenomen.
Student werd voor eem militair tribunaal geleid en veroordeeld voor een aantal feiten die betrekking hadden op behandeling van Britse krijgsgevangen. Om zijn misdaden tegen de burgerbevolking is hij nooit voor het gerecht gebracht. Hij is nooit uitgeleverd aan Griekenland daar de naoorlogse Duitse regering nooit staatsburgers, zij het voormalig militairen, zij het oorlogsmisdadigers of anderszins,heeft uitgeleverd om in het buitenland te recht te staan.