Kraken (reuzeninktvis)
De kraak (Noors: krake, mythisch zeemonster), ook wel Kraken, is een fabeldier met enorme afmetingen, dat in de zee leeft. Naar men zegt is het waargenomen voor de kust van Noorwegen. Ook is het monster terechtgekomen in de verbeelding van mensen langs de Noord-Amerikaanse kusten.
Het monster werd voor het eerst beschreven door Erik Pontoppidan, bisschop van Bergen, in zijn boek over de Natuurlijke Historie van Noorwegen uit 1755.
Inhoud |
[bewerk] Werkelijk bestaan?
Soms meenden zeelieden een groep eilanden te zien. Als zij dichterbij vaarden bleken de eilanden te bestaan uit een massa hoofden, horens en zwaaiende tentakels, die zelfs de grootste schepen konden vastgrijpen en doen zinken. Ook zegt men dat als De Kraken duikt, hij een schip kon meetrekken in de enorme draaikolk die daarbij ontstond.
De verhalen rond de Kraken zijn waarschijnlijk gebaseerd op waarnemingen van zeelieden van werkelijk bestaande dieren, die wellicht ook aangespoeld zijn op het strand.
Er worden twee mogelijkheden genoemd:
- Het is ontleend aan de werkelijk bestaande reuzeninktvis, die nog groter kan worden dan de reuzenkraak. Dit is een soort pijlinktvis die alleen in de diepzee voorkomt, maar soms ook aanspoelt.
- Het monster is bedacht naar aanleiding van waarnemingen van de werkelijk bestaande reuzenkraak, een ver familielid van de kraak of gewone achtarm (Octopus vulgaris).
[bewerk] Vermeldingen
Grote zeemonsters in het algemeen komen in veel mythologieën voor. Zo komt in de Odyssee van Homerus, een monster voor, als Odysseus langs Scylla moet varen.
[bewerk] Olaus Magnus (1555)
In 1555 schreef Olaus Magnus in een boek over de geschiedenis van de Scandiviërs over een vreemd monster. De Bisschop van Nidaros vond een Kraken op de kust, maar dacht dat het een rots was. Hij zette een altaar op de rug van de Kraken en begon met de Mis. Het monster wachtte totdat de bisschop daarmee klaar was en gleed toen zachtjes in zee en verdween.
[bewerk] Tennyson (1830)
De legende werd verspreid in het Engels door het populaire gedicht van Alfred Tennyson dat in 1830 werd gepubliceerd. Dit gedicht is een onregelmatig sonnet:
- Below the thunders of the upper deep;
- Far far beneath in the abysmal sea,
- His ancient, dreamless, uninvaded sleep
- The Kraken sleepeth: faintest sunlights flee
- About his shadowy sides; above him swell
- Huge sponges of millennial growth and height;
- And far away into the sickly light,
- From many a wondrous grot and secret cell
- Unnumber'd and enormous polypi
- Winnow with giant arms the slumbering green.
- There hath he lain for ages, and will lie
- Battening upon huge seaworms in his sleep,
- Until the latter fire shall heat the deep;
- Then once by man and angels to be seen,
- In roaring he shall rise and on the surface die.
Het gedicht beschrijft de droomloze slaap van de Kraken, in de allerdonkerste diepten van de zee. Om en boven hem groeien sponzen, millennia oud. Talloze poliepen en armen vullen het sluimerende groen. Hij ligt daar al eeuwen en zal blijven slapen, tot het laatste vuur ook de diepzee bereikt. Dan wordt hij voor het eerst door mensen en engelen gezien, als hij met zwaar gebrul omhoog komt en aan de oppervlakte sterft.
[bewerk] Jules Verne (1870)
De beschrijving van Tennyson beïnvloedde Jules Verne die een enorme octopus ten tonele brengt in het boek Twintigduizend mijlen onder zee uit 1870. Dat boek begint met HOOFDSTUK I - Een beweeglijke klip.
- Het jaar 1866 werd gekenmerkt door eene zonderlinge gebeurtenis, namelijk eene onverklaarbare verschijning, welke niemand zeker vergeten heeft........Inderdaad had de stoomboot Gouverneur Higginson van de Calcutta-en Burmah-Compagnie, op 20 juli 1866, deze beweegbare massa op vijf kilometers van de oostkust van Australië ontmoet. De kapitein Baker geloofde eerst dat het een onbekende klip was; hij wilde er reeds de juiste ligging van bepalen, toen het onverklaarbare ding sissend twee waterstralen 50 meter hoog in de lucht spoot. Als dat nu geen klip was waar een onderaardsche warme bron tusschenbeiden met geweld in de hoogte werd gedreven, dan had de Gouverneur Higginson hier goed en wel te doen met eenig tot nog toe onbekend zoogdier, dat waterstralen met lucht en damp vermengd uit zijne kieuwen uitblies..... Overal kwam het monster in de mode: in koffiehuizen werd het bezongen, in de dagbladen bespot, zelfs op het tooneel opgevoerd; het gaf schoone gelegenheid om er tal van leugens op te verzinnen; als de dagbladen gebrek aan stof hadden, werden wederom allerlei denkbeeldige en reusachtige wezens besproken van den witten walvisch, dien vreeslijken "Moby Dick" uit de poolstreken tot den onmetelijken Kraken toe, wiens voelarmen een schip van 500 ton konden omvatten en het in de diepten van den Oceaan medeslepen. Men haalde zelfs verhalen op uit de oudheid, de meeningen van Aristoteles en Plinius, die aan het bestaan van zulke monsters geloof hechtten, vervolgens de verhalen van den Noorweegschen bisschop Pontoppidan, het relaas van Paul Heggede, en eindelijk het verslag van Harrington, wiens goede trouw men niet kan verdenken als hij de verzekering geeft dat hij in 1857 aan boord van den Castillaan de groote zeeslang gezien heeft, welke tot nog toe slechts in de verbeelding van vroegere dagbladschrijvers bestaan had....
[bewerk] Pirates of The Carribean
De Kraken komt medio 2006 voor in de film van Walt Disney, Pirates of The Carribean: Dead Man's Chest. In deze film gehoorzaamt deze reuzeninktvis de legendarische Davey Jones (zeeduivel) in zijn strijd tegen piraten en andere zeebevaarders.
[bewerk] Boeken over de kraken
- John Wyndham, The Kraken Wakes (1953)
- Jules Verne, 20.000 mijlen onder zee (1869-70)