Kouros
Een kouros (meervoud kouroi) is een beeld van een jonge man, daterend uit de archaïsche periode van de Oud-Griekse beeldhouwkunst (circa 650-500 v. Chr.). De vroegste kouroi werden in hout gemaakt en zijn niet bewaard gebleven, maar rond de 7e eeuw v. Chr. leerden de Grieken hoe ze marmer konden bewerken met ijzeren werktuigen, en ontstonden er kouroi uit marmer, in het bijzonder op de eilanden Paros en Samos.
Het Oud Griekse woord kouros betekende jongeman, en werd gebruikt door Homerus om te verwijzen naar jonge soldaten. Vanaf de 5e eeuw v. Chr. verwees het woord specifiek naar een adolescent, een baardloze jongen, maar geen kind meer. Moderne kunsthistorici hebben het woord gebruikt om te verwijzen naar een specifiek type mannelijke naaktbeelden sinds 1890. Kouroi waren algemeen tevens algemeen bekend als Apollo's, daar men geloofde dat alle kouroi Apollo afbeelden.
Kouroi ontstonden in de periode dat Griekenland onder de culturele invloed van het Oude Egypte stond, wat men kan afleiden uit hun karakteristieke rigide houding, herinneren aan de beelden van de farao's. De Grieken zouden deze beelden gezien hebben toen ze Egypte bezochten als handelaars of huurlingen van de Egyptenaren. Kouroi hadden bijna altijd hun armen afhangend naast hun bovenlijf en gebalde vuisten, hoewel enkele één arm hebben die vanaf de elleboog uitgestoken is, een offer aanbiedend. Ze staan altijd met hun linker been lichtjes vooruit. Dit was een normale houding in de Egyptische beeldhouwkunst.
Kouroi zijn meestal naakt, hoogstens een riem en af en toe laarzen dragend. De Ionische rijp-archaïsche kouroi zijn echter soms gedrapeerd (o.a. in Samos). Hun gezichten en hoofden tonen een culturele invloed vanuit Kreta: ze dragen hun haar lang en gevlochten of met kraaltjes erin naar de Kretenzische mode, en hun ogen hebben soms een herkenbaar Egyptische toets, die overgenomen was door de Kretenzische kunst. Later vertonen kouroi meer naturalistische poses en hun haarstijlen worden meer typeren voor het Griekse vasteland. Kouroi beelden altijd jongemannen af, van adolescenten tot jonge volwassen. Op begraafplaatsen, Tonen ze de overledene als het Griekse ideaal van mannelijkheid.
In zeer vroege tijden, werden er waarschijnlijk aan de kouroi magische eigenschappen toegeschreven, als waren ze werkelijke voorstellingen van de goden. Rond de 7e eeuw v. Chr., de vroegst periode waarvoor we bronnen hebben, dienden de kouroi voor twee zaken. Ze stonden in tempels als offers van prominente Grieken, zoals wordt aangetoond door de inscripties die vaak voorkomen op hun voetstuk. Ze werden ook op begraafplaatsen opgesteld om de graven van prominente burgers te markeren.
Desalniettemin, waren de Kouroi nooit bedoeld als weergaven van echte personen. Eén van de best gekende kouroi is de grafkouros van Kroisos, een Atheens soldaat. De inscriptie op zijn beeld zegt het volgende: "Stop en toon medelijden bij de aanwijzer van Kroisos, dood, die ooit in de eerste linie tekeergaand door Ares werd verwoest." Het woord "aanwijzer" (sema) maakt ons duidelijk dat het een symbolische voorstelling van Kroisos is, geen portret.
Een ander goed gekend werk is de dubbele kouros bekend als Kleobis en Biton, gevonden te Delphi. Deze beelden dateren van ca. 580 v. Chr. en zijn voorstellingen van twee semi-mythische helden van Argos in de Peloponnesos. Hoewel een inscriptie hen identificeert als Kleobis en Biton, zijn het typische kouroi, de Archaische Peloponnesische deugden van respect voor de ouders en fysieke kracht eerder dan echte personen.
In de 6de eeuw v. Chr. werden de kouroi groter door dat Grieken rijker werden en ook meer vertrouwd waren met marmerbewerking. Sommige waren drie of zelfs vier keer zo hoog als een levensgrote voorstelling. Enkele van de grootsten waren gemaakt voor het grote heiligdom van Hera op Samos, dat rijkelijk begunstigd was door de tiran Polycrates. Eén van deze giantische kouroi, met vijf meters lengte de grootste ooit gevonden, werd opgegraven in 1981 en bevind zich nu het Archeologisch Museum van Samos, dat herbouwd moest worden om het te kunnen herbergen. Een inscriptie op zijn linkerdij vertelt ons dat het beeld was opgedragen aan Hera door een Ionische edelman genaamd Isches.
De meeste kouroi werden gemaakt in opdracht voor aristocraten als offergaven aan tempels, of voor aristocratische families om op hun graven te plaatsen. Marmeren beeldhouwwerken waren zeer duur en enkel de meest gegoeden konden het zich veroorloven de beeldhouwers te betalen voor deze werken. Daarom zijn de Kouroi een veruiterlijking van de rijkdom en macht van de Griekse aristocraten. Toen deze aristocraten hun macht verloren in de 6de eeuw v. Chr., verdween ook de kouros uit de mode zowel politiek als artistiek.
Aan het eind van de 6e eeuw v. Chr., maakten de kouroi plaats voor naturalistische beeldhouwwerken van levende mensen. Onder de vroegste afbeeldingen van echte mensen bevinden zich de standbeelden van Harmodius en Aristogeiton, opgericht te Athene rond 500 v. Chr. Deze figuren tonen nog steeds een deel van de vormelijkheid van de kouros traditie, maar zijn over het algemeen meer levensecht. Het is betekenisvol dat deze beelden een herinnering waren aan de stichting van de Atheense democratie. Ze verkondigde dus zowel de vervanging van de kouros als die van de aristocratie dewelke deze eerste vertegenwoordigde.