Komodovaraan
| Komodovaraan IUCN-status: Kwetsbaar |
|||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Varanus komodoensis Ouwens, 1912 |
De komodovaraan (Varanus komodoensis) komt voor op de eilanden Komodo, Padar, Rinca en het westelijke gedeelte van Flores. Komodovaranen kunnen meer dan 3 meter lang worden en behoren tot de grootste hagedissen ter wereld. In totaal leven er zo'n 5000 komodovaranen.
[bewerk] Voedsel
Het slijm in de bek van een komodovaraan bevat zo'n 50 verschillende soorten gevaarlijke bacteriën. De varaan laat zijn prooi na een beet meestal ontsnappen. De prooi overleeft een beet zelden. De komodovaraan is een aaseter die met zijn gespleten tong de lucht "ruikt". Rottend vlees wordt op meer dan een kilometer afstand waargenomen. Het menu bestaat voornamelijk uit zwijnen, geiten en herten.
[bewerk] Algemeen
In ieder geval is de soort pas in 1911 ontdekt door de Nederlander Van Hensbrack van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en voor de wetenschap beschreven en van een naam voorzien door P.A. Ouwens, curator van het Zoölogisch Museum in Bogor (Java). Het Nationaal Natuurhistorisch Museum te Leiden bewaart een geprepareerd exemplaar van de Komodovaraan. In Diergaarde Blijdorp is een levend exemplaar te bezichtigen.
Recentelijk ontdekten wetenschappers dat parthenogenese ook bij komodovaranen mogelijk is.
Wetenschappers ontdekten pas onlangs dat een dergelijke maagdelijke voortplanting, parthenogenese of gynogenese genoemd, mogelijk is bij deze grootste levende hagedis.
