Jessie Penn-Lewis
Jessie Penn-Lewis (Neath, Zuid-Wales, 1861 - 1927) was een Welshe evangeliste en schrijfster van christelijke boeken. Haar grootvader was een bekend prediker die de nadruk legde op het opbouwen van het geestelijk leven van de gelovige. Men zegt dat hij de meest "metafysische" prediker van zijn tijd was.
Jessie Penn-Lewis werd op 28 februari 1861 als Jessie Jones geboren. Vanwege haar begaafdheid kregen haar ouders het advies om haar tot haar achtste jaar geen boeken te laten lezen en haar nog niet naar school te sturen. Op die manier probeerde men een te snelle ontwikkeling te voorkomen. Maar ondanks deze beperkingen leerde zij zichzelf het alfabet en las zij al op 4-jarige leeftijd de Bijbel. Jessie trouwde op 19-jarige leeftijd met William Penn-Lewis. Toen haar man een baan als accountant aangeboden kreeg in Richmond (Surrey), kwam het echtpaar terecht bij Dominee Evan Hopkins. Door zijn leer en leven kwam zij tot volle overgave aan Christus. Zij is vooral bekend geworden door haar samenwerking met de eveneens Welshe opwekkingsprediker Evan Roberts. Penn-Lewis speelde net als Evan Hopkins een belangrijke rol in de Keswickbeweging (die begon als de heiligingsbeweging) en in de opwekking in Wales. Haar eigen beleving van die opwekking beschreef zij in het boekje The Awakening in Wales - and Some of its Hidden Springs. Zij verzorgde Evan Roberts een jaar lang na zijn geestelijke en lichamelijke instorting, maar zelf had zij haar hele leven ook last van een zwakke gezondheid (zwakke longen). Zij schreef vele boeken, waaronder het standaardwerk Oorlog tegen de Heiligen. Zij schreef dit boek samen met Evan Roberts. Zij richtte ook het christelijk maandblad The Overcomer op, dat ook nu nog bestaat als kwartaalblad. Middels de artikelen in het blad probeerde zij haar lezers te helpen de "goede strijd" te strijden. De bekende Bijbelleraar T. Austin-Sparks zat ook enige tijd in het bestuur van het blad, maar trok zich later terug. De reden daartoe was dat Penn-Lewis zich zozeer op de geestelijke werkelijkheid richtte, dat zij doop en avondmaal onbelangrijk vond en deze geen plaats gaf in het kerkelijke gemeenteleven. Ook het onderscheid tussen man en vrouw was in haar ogen "in Christus" volkomen weggenomen. Hierin verschilt haar leer van die van de meeste theologen. De gangbare leer binnen het christendom is dat er geestelijk gezien in Christus inderdaad geen mannelijk of vrouwelijk meer is, maar dat er in het huidige Godsbestuur op aarde nog weldegelijk verschil is tussen man en vrouw. De man heeft dan een leidende en verantwoordelijke rol, hetgeen ook ter bescherming van de vrouw dient. Jessie Penn-Lewis had een diep besef van de zonde en probeerde daar in het openbaar ook uiting aan te geven. Dit blijkt uit een verhaal dat T. Austin-Sparks eens vertelde. Hij beschreef hoe hij eens met haar in de trein zat, terwijl er tegenover hen een jonge vrouw een sigaret opstak, iets wat in die tijd nog niet vaak gebeurde. Jessie was geschokt door de aanblik van het tafereel, en maakte aanstalten om de jonge vrouw erop aan te spreken en haar dringend te vragen de sigaret uit te doen. T. Austin-Sparks belette haar dat vervolgens en maakte haar duidelijk dat dit nu eenmaal de nieuwe werkelijkheid was waar ze mee moest leren leven.
Penn-Lewis schonk vooral aandacht aan de geestelijke strijd, het onderscheid tussen ziel en geest, en de betekenis van het kruis en de vereenzelviging met Christus in zijn dood. Er zijn er die suggereren dat zij teveel aandacht schonk aan de negatieve kant van het kruis (het "sterven aan jezelf") en dat zij de positieve kant van de opstanding veronachtzaamde. Dat berust echter op een misverstand. Voor haar was de dood juist de basis van het leven; de dood was voor haar het fundament van het geestelijk leven, en het is logisch dat het fundament extra aandacht krijgt. Zo schreef de Zuid-Afrikaanse zendeling en schrijver Andrew Murray: "De Geest leidt naar het kruis, en het kruis naar de Geest."
[bewerk] Oorlog tegen de Heiligen
Het belangrijkste boek van Penn-Lewis is Oorlog tegen de Heiligen, een boek dat de ervaringen van Evan Roberts bevat, gecombineerd met haar eigen inzichten. Het boek wordt door sommigen verketterd, terwijl het door anderen als de Bijbel van de demonologie wordt gezien. Zij die het boek afwijzen doen dat omdat zij niet geloven dat christenen nog bezeten kunnen zijn. Anderen wijzen het af omdat het boek de indruk zou wekken dat Penn-Lewis de gaven van de Heilige Geest zou afwijzen. Het boek kan de indruk wekken dat het anti-charismatisch is, maar de gaven worden toch veelvuldig in het boek genoemd en erkend. Er wordt wel onderscheid gemaakt tussen echte gaven en namaakgaven. Degenen die het boek als de Bijbel van de demonologie beschouwen doen dat omdat zij hun eigen ervaringen erin herkennen, en omdat zij een duidelijk verschil zien tussen ziel en geest. In de geest kan dan alleen de Geest van God wonen, terwijl om allerlei redenen boze geesten in ziel en/of lichaam kunnen wonen.
De omslagtekst bij dit boek luidt:
Copyright (c) 2006 EWJ Maatkamp. Toestemming wordt verleend tot het kopiëren, verspreiden en/of wijzigen van dit document onder de bepalingen van de GNU Vrije Documentatie Licentie, versie 1.2 of iedere latere versie uitgegeven door de Free Software Foundation; met als Invariante Sectie, Oorlog tegen de Heiligen, met Omslagteksten voor de Achterkant. Een kopie van de licentie is opgenomen in de sectie getiteld "GNU Vrije Documentatie Licentie".
[bewerk] Werken
Een selectie:
- Geestelijke Strijd (ISBN 9066590432)
- Het Kruis van Golgotha (ISBN 9070005409)
- Ziel en Geest (ISBN 9070005662)
- Leven in de Geest (ISBN 9066590939)
- Van Aangezicht tot Aangezicht (ISBN 9070005751)
- Oorlog tegen de Heiligen (1912)