Jan Bouman
Jan Bouman (Amsterdam, 28 augustus 1706 - Berlijn, 6 september 1776) was de architect/aannemer van de Hollandse wijk in Potsdam.
Jan Bouman was het zesde kind en de oudste zoon van de Amsterdamse timmerman Michiel Bouman. Zijn grootvader, een tafelkleedwerker, was afkomstig uit Wilster, ten NO van Hamburg. De kinderen werden Luthers gedoopt, maar in 1714 allemaal ingeschreven bij de doopsgezinde gemeente aan het Singel. Jan groeide op aan de Egelantiersgracht, schuin tegenover het St. Andrieshofje en kreeg naar alle waarschijnlijkheid een opleiding in de timmerwerkplaats bij zijn vader. Eind 1732 werd hij door koning Frederik Willem betrokken bij de bouw Hollandse wijk in Potsdam.
Misschien dat de resident van de koning in Amsterdam het kontakt had gelegd. In ieder geval, onder leiding van Jan Bouman werden tussen 1737 tot 1742 honderdvierendertig bakstenen huizen gebouwd. Het ligt voor de hand dat de huizen in de Jordaan hem als voorbeeld hebben gediend. Jan Bouman werd vergezeld door zijn broer Dirk, eveneens timmerman. Abraham Bouman, die zich in 1735 als zilversmit vestigde in Potsdam, stierf jong.
Jan bewoonde als slotvoogd het stadspaleis in het centrum van Potsdam. Het stadspaleis werd gebruikt als de koning naar Potsdam kwam om te jagen of om met zijn koninklijke garde te paraderen. In 1740 werd de soldatenkoning opgevolgd door zijn zoon Frederik de Grote. Bouman kreeg in 1745 de leiding bij de bouw van het paleis Sanssouci, een ontwerp van Frederik de Grote en Von Knobelsdorff. Bouman maakte ook naam vanwege de aanleg van kanalen en pleinen; de Berlijnse Poort en het oude raadhuis in Potsdam, dat enigszins is afgekeken van het stadhuis in Amsterdam. In 1755 verhuisde hij naar Berlijn. Daar was hij ingeschakeld bij de bouw van de voormalige Dom, de Academie van Wetenschappen, het paleis voor prins Heinrich van Pruisen, tegenwoordig de Humboldt Universiteit, slot Schönhausen voor de echtgenote van Frederik de Grote en de Sankt Hedwig kathedraal.
Jan Bouman had zes kinderen uit zijn eerste huwelijk met Anna Johanna van Lohuijsen. Zijn zonen Michael Philipp Boumann en Georg Friedrich von Boumann werden beide beroemde architecten, o.a. van het Marmorpalais en slot Bellevue, de ambtswoning van de bondspresident. In 1769 stierf zijn vrouw, hij hertrouwde in 1772 met de weduwe Maria Louisa Elisabeth Donner, eveneens afkomstig uit Amsterdam. Johann Boumann ligt begraven in de Parochialkirche, niet ver van de Jannowitzer Brücke en Alexanderplatz. (Jan Bouman had ooit zijn naam in Johann Boumann veranderd).
Naar aanleiding van zijn 300ste geboortedag werd op 25 augustus 2006 in het Jan Bouman Haus, in de Hollandse wijk in Potsdam, een tentoonstelling geopend.