Jaboticaba (boom)
Jaboticaba | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Myrciaria cauliflora (Mart.) O.Berg (1854) |
De jaboticaba (Myrciaria cauliflora) is een van de meest opvallende fruitbomen uit de tropen. De stam en de takken kunnen van de wortels tot aan de kroon volledig bedekt zijn met kleine, cauliflore, witte bloemen en later met bessen. De bomen dragen vruchten als ze 8 - 15 jaar oud zijn.
Het is een tot 12 meter hoge groenblijvende struikachtige boom met een sterk vertakte, brede kroon. De schors schilfert af. De tegenoverstaande bladeren worden 1,5 – 10 x 1,2 – 2 cm groot. Ze zijn leerachtig, glanzend, donkergroen, gaafrandig en ovaalvormig. De bladsteel is kort en behaard. De bloemen groeien solitair of in groepen op korte dikke stelen aan het oude hout. Ze hebben 5 mm grote witte kelk- en kroonbladen en vele meeldraden.
De vruchten zijn ronde of ovale, 1,5 - 4 cm grote bessen met een gladde glanzende schil. De schil wordt rijp violet tot zwartpaars. Aan de onderkant blijven de vier kelkbladen zitten. Het vruchtvlees is zacht en sappig, glazig-wit of roodachtig van kleur en smaakt zoet of soms zuur. De bessen bevatten een tot vijf, tot 1,2 cm grote zaden.
De vruchten worden in Zuid-Amerika als handfruit gegeten. Voor gebruik moeten de vruchten geschild worden omdat de schil veel looistoffen bevatten. Ze kunnen worden verwerkt tot gelei en marmelade. In Brazilië wordt van de vruchten sap en wijn bereid.
De jaboticaba is inheems in Bolivia, Paraguay, het zuidoosten van Brazilië en het noordoosten van Argentinië. Hij komt voor in tropisch Middelgebergte tot zo'n 1000 m hoogte.