Integratie door substitutie
In de integraalrekening is substitutie een techniek om primitieve functies te bepalen en integralen op te lossen. Het is een van de meest gebruikte technieken om primitieve functies te vinden en volgt uit de kettingregel voor afgeleiden. Eerst volgt de formele regel, daarna verduidelijkende voorbeelden.
[bewerk] Substitutieregel
Onderstel continu en een functie die bijectief en differentieerbaar is met en , dan geldt:
Dit is makkelijk te zien als we stellen, dan is
Beide leden zijn uiteraard equivalent: het linkerlid is door de grondformule van de integraalrekening gelijk aan . Uit de kettingregel volgt nu direct dat en dus is het rechterlid eveneens gelijk aan
Opmerking: De bovenstaande formule kan in beide richtingen gebruikt worden. Onderstaande voorbeelden maken een en ander duidelijk.
[bewerk] Klassieke substituties
Voorbeeld 1
We weten dat . Maar stel dat we zoeken, dan kunnen we substitutie toepassen:
Stel . Dan krijgen we:
Voorbeeld 2
Nu passen we de formule in de andere richting toe, van rechts naar links dus. We beschouwen de volgende integraal:
Stel . De integraal wordt dan:
Voorbeeld 3
Tenslotte een voorbeeld van een bepaalde integraal, hier is het belangrijk ook de grenzen aan te passen.
- .
Substitutie: stel .
Grenzen aanpassen:
In tegenstelling tot de voorgaande voorbeelden, is het bij bepaald integreren niet nodig achteraf terug te substitueren.
[bewerk] Goniometrische substituties
Bij goniometrische substituties voeren we een goniometrische functie in. Dit kan helpen bij het integreren van onder meer wortelvormen zoals , en . Hierbij maken we gebruik van (onder andere) volgende goniometrische identiteiten:
Voorbeeld
Een klassieker is
Substitutie: stel x = sin(y) <=> dx = cos(y)dy. We vinden:
We gebruiken nu dat cos(2a) = 2cos2(a)-1 <=> cos2 = (1+cos(2a))/2:
Tenslotte terug substitueren, wetend dat sin(y) = x <=> y = arcsin(x):