Implementation Force
De Implementation Force (IFOR) (Cyrillisch alfabet: ИФОР) was een vredesmacht onder leiding van de NAVO die na afloop van de Bosnische oorlog toezag op de naleving van het Verdrag van Dayton in Bosnië-Herzegovina.
IFOR ging op 20 december 1995 van start als opvolger van de VN-vredesmacht UNPROFOR. De vredesmacht kreeg een mandaat met resolutie 1031 van de Veiligheidsraad en moest toezien op de naleving van het staakt-het-vuren en op het eerbiedigen de grens tussen de Servische en Moslim-Kroatische entiteiten door beide partijen. Waar UNPROFOR een zeer beperkt mandaat had en alleen mocht optreden indien het zelf werd aangevallen, had IFOR een veel breder mandaat om zo nodig met geweld tussenbeide te komen indien vijandelijkheden weer zouden uitbreken. Bij UNPROFOR sreekt men ook wel van "blauw optreden" (van de VN-kleur) terwijl IFOR (en later ook SFOR) bekend staan als "groen optreden" ("groen" in de bedoeling van "militair, robuust").
Op 20 december 1996 ging IFOR over in een kleinere stabilisatiemacht, SFOR, die eveneens onder leiding stond van de NAVO.
Het hoofdkwartier van IFOR was gevestigd in Sarajevo en stond onder leiding van een Amerikaanse generaal.
[bewerk] Deelnemende landen
De volgende NAVO-landen leverden troepen aan IFOR: België, Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechië, Turkije, en de Verenigde Staten van Amerika.
Er namen in de loop van de tijd ook een aantal niet-NAVO-landen deel aan de missie: Albanië, Bulgarije, Estland, Egypte, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Maleisië, Marokko, Oekraïne, Oostenrijk,Roemenië, Rusland, Slovenië, Slowakije, Zweden, Australië en Nieuw-Zeeland
[bewerk] Nederlandse deelname
De Nederlandse bijdrage bestond voornamelijk uit een gemechaniseerd (gemengd infanterie/cavalerie) bataljon en een logistiek bataljon van de Koninklijke Landmacht en ondersteunende eenheden van de landmacht en overige krijgsmachtdelen (o.a. een helikopterdetachement van de Koninklijke Luchtmacht). De Nederlandse eenheden waren hoofdzakelijk gestationeerd in Sisava, Jajce, Knesevo en Novi Travnik. Daarnaast waren er in de loop van de tijd kleinere steunpunten in Busovaca, Santici, Celinac, Donji Vakuf, Split (Kroatië) en Zagreb (Kroatië), bijdragen aan hoofdkwartieren in Banja Luka en Sarajevo. In totaal leverde Nederland 5074 militairen aan IFOR.