Ibrahim I
 |
||||
| Ibrahim I 5 november 1615 - 12 augustus 1648 |
||||
|---|---|---|---|---|
|
||||
| Ottomaanse sultans | ||||
Ibrahim I (5 november 1615 - 12 augustus 1648) was sultan van het Ottomaanse Rijk vanaf 1640 tot 1648.
Ibrahim I was een van de beroemdste Ottomaanse sultans, hij werd vrijgelaten uit de kafes (een speciale afgesloten plek in het paleis waar mogelijke troonopvolgers opgesloten werden om te voorkomen dat deze een opstand zouden plegen) en volgde zijn broer Murat IV in 1640 op. Dit was echter tegen de wensen van Murat IV in, hij had namelijk het bevel gegeven zijn broer te doden bij zijn eigen dood. Ibrahim had alle gruwelijkheden maar geen van de gaven van zijn broers georven en liet het rijk bijna instorten in een zeer korte tijd. Dit werd misschien alleen geëvenaard door Phocas in het Byzantijnse Rijk. Hij was waarschijnlijk geestelijk onstabiel, en had ook een depressie na de dood van zijn broer. Zijn regeerperiode was eigenlijk die van zijn moeder, Kösem, die niet langer gehinderd werd in het regeren van het rijk naar haar eigen wensen.
Het is bekend dat hij een obsessie had met vrouwen met obesitas, en vroeg zijn minderen de dikst mogelijke vrouw te vinden. Een kandidaat werd in Georgië of Armenië gevonden en Ibrahim I was zo blij met haar dat hij haar geld en staatsburgerschap verschafte.
Ibrahim hield zich eerst af van politiek maar op een gegeven moment stuurde hij een aantal viziers weg en nam hij anderen aan. Een oorlog met Venetië werd gevochten en ondanks het uiteenvallen van de republiek Venetië wonnen de Venetiaanse schepen toch slagen op de Egeïsche Zee, ze veroverden Tenedos (1646), de poort naar de Dardanellen. Ibrahim werd nog onvoorspelbaarder. Op een gegeven moment liet hij bijna alle 280 leden van de harem ombrengen door ze in verzwaarde zakken in de rivier te gooien. Dit was de druppel; hij werd afgezet en vermoord (samen met zijn moeder, zijn minnaar en grootvizier Hezarpare Ahmet Pasha) in een coup geleid door de Groot moefti.
