Hulthemse handschrift
Het Hulthemse handschrift (Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, hs. 15.589-623) bevat epische, lyrische, dramatische en didactische dichtkunst en vormt daarom een ware schatkist van de Nederlandse literatuur uit de 13e en 14e eeuw. Het is het belangrijkste verzamelhandschrift van de Middelnederlandse literatuur.
In het handschrift zijn vermaarde werken te vinden als de abele spelen Esmoreit, Gloriant, Lanseloet van Denemerken en Vanden Winter ende vanden Somer. Verder zijn er de sotternieën Lippijn, De buskenblaser, Drie daghe here, Truwanten, Die Hexe en Rubben.
Het Hulthemse handschrift (ook wel Handschrift-Van Hulthem) is genoemd naar één van de voormalige bezitters ervan, de Gentse verzamelaar Karel van Hulthem (1764 - 1832). Daarvoor was het eigendom van de Brusselse notaris Jan Baptist Nuewens en vervolgens van zijn zoon Antoon Jozef Nuewens (1736 - 1813).
In 1811 kocht Van Hulthem het handschrift voor een gering bedrag (5,5 frank) aan op een veiling. Toen de Belgische staat diens verzameling aankocht kwam het handschrift terecht in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.
Het handschrift stamt vermoedelijk uit Belgisch Brabant en werd omstreeks 1410 door een kopiist in twee kolommen geschreven. Er zijn enkele bladen verloren gegaan, enkele andere zijn beschadigd. Het handschrift bevat nu nog 209 stukken in 37.386 regels. Onderaan elke tekst is aangegeven hoeveel regels de tekst bevat.
Omdat de abele spelen vaak samen werden opgevoerd met een sotternie, en er vier abele spelen en zes sotternieën zijn, vermoedt men dat er twee abele spelen verloren zijn gegaan.
Verder bevat het handschrift onder andere Van sente Brandaen (De reis van Sint Brandaan), Dboec vanden houte, Tpaerlement van Troyen, De borchgravinne van Vergi, Theophilus, de Marialegende Beatrijs en het gedicht De mantel.