Het oneindige verhaal
Het oneindige verhaal (Duitse origineel: Die Unendliche Geschichte) is een boek geschreven door de Duitse schrijver Michael Ende. Het boek is voor het eerst uitgegeven in 1979, en sindsdien is het vertaald naar diverse talen. In 1984 is er een film van gemaakt.
Toen de film uitkwam was Ende zeer teleurgesteld. De filmmakers hadden het boek volgens hem onvoldoende gevolgd, en alle psychologische thema's eruit gehaald. Via een rechtszaak trachtte hij de film te verhinderen of een naamswijziging af te dwingen, maar dit verloor hij. Wel werd zijn naam uit de aankondiging verwijderd (maar niet uit de aftiteling). Aan het tweede deel werkte Ende niet mee. De filmmakers gebruikten elementen en personages uit het tweede deel van Ende's boek, maar maakten er een compleet nieuw verhaal van.
De hoofdpersoon van het boek is een jongen, Bastiaan Balthazar Boeckx, die een boek genaamd "Het oneindige verhaal" uit een kleine antiekwinkel steelt. Bastiaan wordt eerst geportretteerd als de lezer van het boek — een avonturenverhaal over het land Fantasia, een rijk waar zich alle menselijke fantasieën en verhalen afspelen.
De Kleine Keizerin is ziek, en Fantasia wordt langzaam opgeslokt door het "Niets". De Kleine Keizerin stuurt een jonge bode om een redmiddel voor zowel haar als Fantasia te vinden: de jonge Groenhuid Atrejoe. Atrejoe's zoektocht brengt hem naar de Moerassen van Droefheid en het Zuidelijk Orakel, waar hij hoort dat een mensenkind de Kleine Keizerin een nieuwe naam moet geven. Hij verliest zijn paardje Artax, maar krijgt een nieuwe vriend erbij: de geluksdraak Foechoer.
In de Spookstad komt hij Gmork tegen, een weerwolf die naar Fantasia werd gestuurd om Atrejoe te doden. Hij is vastgeketend en machteloos en legt Atrejoe, niet wetend dat hij Atrejoe is, zijn missie uit. Door Fantasia in het Niets te storten worden namelijk de inwoners als leugens de mensenwereld ingestuurd, en met leugens kan men mensen sturen. "Met jullie", zo verklaart Gmork, "worden wereldrijken gesticht. Uiteindelijk ontsnapt Atrejoe zowel aan Gmork als aan het Niets, en weet de Kleine Keizerin met behulp van Foechoer te bereiken. Daar blijkt het ware doel van zijn odyssee: het beleven van een avontuur, dat een mensenkind zijn aandacht zou trekken waardoor dit naar Fantasie zou kunnen komen.
Als het verhaal zich ontwikkelt, wordt het echter duidelijk dat een aantal bewoners van Fantasia zich bewust worden van Bastiaan, en dat hij de sleutel is tot het avontuur dat hij aan het lezen is. Hij is degene op wie Fantasie wacht, en hij geeft de Kleine Keizerin haar nieuwe naam. Halverwege het boek betreedt hij zelf het rijk Fantasia, en begint een actieve rol te spelen in de gebeurtenissen die zich daar afspelen.
Bastiaan draagt nu Auryn, het amulet van de Kleine Keizerin, en kan zich alles wensen wat hij wil. Hij wenst zichzelf mooi, sterk, dapper en wijs, hoewel hij ook een groot aantal verhalen bedenkt. Hij ontmoet Atrejoe die hem tracht te helpen, maar komt (mede als gevolg van zijn eigen wens indruk op Atrejoe te maken) onder de invloed van de heks Xayiede. Deze tracht hem ervan te overtuigen dat hij Kleine Keizer moet worden, omdat de Kleine Keizerin hem tot opvolger zou hebben gemaakt. Uiteraard hoopt Xayiede via Bastiaan Fantasia in haar macht te krijgen. Bastiaan wil nu niet meer terug naar zijn wereld, mede door het feit dat hij met iedere wens een herinnering kwijtraakt.
De stoet vertrekt naar de Ivoren Toren, waar Xayiede een breuk tussen Bastiaan en Atrejoe uitlokt. Atrejoe weet Bastiaans keizerskroning te verijdelen, waarna Bastiaan hem achterna gaat om wraak te nemen. Hij belandt echter in de Stad der Oude Keizers, waar hij zich realiseert dat hij door zich keizer te wensen al zijn herinneringen kwijtraakt, waardoor hij ook zijn tegenwoordigheid van geest kwijtraakt en als een verdoemde gek voor altijd in de stad zal moeten blijven. Hij kan pas Fantasia verlaten als hij kan doen wat hij wezenlijk wil. Met behulp van een droom weet Bastiaan met zijn laatste wens weer thuis te komen, met hulp van Atrejoe.
De eerste helft van het boek zou men kunnen beschrijven als een conventioneel avonturenverhaal. De tweede helft echter introduceert psychologisch rijke thema's. Bastiaan wordt geconfronteerd met zijn donkere zijde, wordt volwassen in een wereld gevormd door zijn wensen, en krijgt uiteindelijk vrede met zichzelf.
Het belangrijkste thema van het boek is de helende kracht van fantasie, gesymboliseerd door de manier waarop Fantasia en de reële wereld worden gerepresenteerd als wezenlijk voor elkaars overleven; zij kunnen niet zonder elkaar bestaan. De twee delen van het boek kunnen tevens worden gezien als een model van de "heldenreis". De tekst op de achterkant van het boek, "doe wat je wilt", betekent dat men moet doen wat men wezenlijk wil. Zoals Bastiaan, moet men zoeken naar het diepste verborgen verlangen, en dit uiteindelijk ook waarmaken. Bij Bastiaan bleek dit niet het verlangen sterk, dapper, of wijs te zijn, maar het verlangen om lief te hebben.
In 1983 won het boek een Zilveren griffel.