Gerritdina Benders-Letteboer
Gerritdina Benders-Letteboer (overleden te Amstelveen 1980) was logopedist en was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Samen met haar man, Johan Benders stelden zij hun huis in Amstelveen stelden zij open als onderduikadres voor tijdelijke onderduikers en voor een aantal permanente onderduikers. Twee oudleerlingen, de Joodse zusjes Rosalie en Katie Wijnberg, die bij hun tante woonden omdat hun ouders in Nederlands Indiƫ verbleven, kwamen bij hen wonen en bleven tot het eind van de oorlog. In 1943 kwam een ander Joods meisje, Lore Polak er bij. Na de arrestatie en zelfmoord in de gevangenis van haar man door de Duitsers door verraad van hun buren zette zij haar activiteiten voort terwijl zij zelf achterbleef achter met hun twee jonge dochters en vijf maanden zwanger was. Toch nam zijn een ander Joods meisje op en herbergde ook Jan Doedens, een oud-leerling van haar man die aan de gedwongen arbeidsinzet wilde ontkomen. Ze slaagde er ook in om Lore Polak terug te vinden. Deze was na de arrestatie met Johan Benders doorgestuurd naar Westerbork maar was daar ontsnapt en elders opgevangen. Ook Katie Wijnberg, die ook gearresteerd was met haar man, kwam na een paar weken gevangenschap terug naar Gerritdina. Na de oorlog bleek dat Lore's gehele familie was vermoord in de concentratiekampen zodat zij nog vier jaar bij Gerritdina bleef wonen, waarna zij naar Amerika emigreerde.
Op 27 maart 1997 ontving het echtpaar Benders postuum de Yad Vashem-onderscheiding.