Ger Griever
Gerhardus Griever (Tjamsweer, nabij Appingedam, 1900 - Appingedam, 23 maart 1970) was een Nederlands schrijver van streekromans, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een prominente rol speelde in de opbouw van een nationaalsocialistische letterkunde. Hij publiceerde onder de naam Ger Griever.
Hij had weinig scholing ontvangen, want hij moest op jeugdige leeftijd al aan het werk. Hij werkte zich uiteindelijk op tot zelfstandig ondernemer; commissionair in granen. Griever ontwikkelde zich verder intellectueel door zelfstudie en privaatlessen. In 1931 debuteerde hij met de roman De gelukssmid. In de jaren tot aan de Tweede Wereldoorlog publiceerde Griever enkele romans, daarnaast schreef hij een aantal toneelstukken. In juli 1940 was hij lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) geworden. Na de oorlog gaf Griever in zijn verdediging voor de Eereraad voor de Letterkunde aan, dat hij vond dat na mei 1940 zijn ideaal van een verenigd Europa geheel werkelijkheid was geworden en dat hij daarom lid van de NSB was geworden. Hij beschouwde zichzelf als politiek naïef, waarmee hij zijn eigen ideologische stellingname wel erg gemakkelijk diskwalificeerde. Hij meldde zich aan bij de Nederlandsche Kultuurkamer en hij aanvaardde in oktober 1941 het hoofdcorrespondentschap van de Kultuurkamer voor Groningen en Drenthe. Ook was hij lector geworden van de Afdeeling Boekwezen van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten en in die hoedanigheid censureerde Griever manuscripten in nationaalsocialistische zin.
In november 1942 interviewde Ad. Sassen hem voor het maandblad De Schouw, een algemeen-cultureel tijdschrift van de 'nieuwe orde', uitgegeven door de Kultuurkamer. Daarin legde Griever uit wat naar zijn mening een nationaalsocialistische schrijver moest zijn:
- De schrijver moet in de eerste plaats zich dienaar voelen van zijn volk. Ik ben van meening, dat de schrijver, die zich stevig geworteld weet in zijn volk, en liefde gevoelt voor zijn volk, den plicht heeft, al naar mate van zijn kunnen, kennis en vooral levenservaring, op het forum zijn volksgenooten door middel van de literatuur in eenvoudige, ware bewoordingen, die kunnen worden verstaan, een spiegel voor te houden en hen te wijzen op hun deugden zoowel als op hun ondeugden, doch tevens, tegenover de buitenstaanders, voor zijn volk op de bres te staan en het te verdedigen. Vandaar ook, dat voor den regionalen schrijver in de toekomst een belangrijke en zeer verantwoordelijke taak is weggelegd.
Griever vond de politieke en maatschappelijke inhoud van een literair werk blijkbaar belangrijker dan de literaire vorm en hij toonde daarmee aan stevig aan de leiband van de nationaalsocialistische ideologie te lopen. Griever kan al met al gerekend worden tot de 'elite' der nationaalsocialistische literatoren.
Na de oorlog kreeg Griever een publicatieverbod van drie jaar. Snel na het verstrijken van zijn uitsluitingstermijn hernam Griever het schrijven. In de daarop volgende jaren publiceerde hij nog menige roman en toneelstuk.
[bewerk] Bibliografie
- 1931 - De gelukssmid. (Hoe het groeiende leven rijpt). Een roman uit Groningerland. Roman.
- 1932 - De meester van Veldwierde. Een roman uit Groningerland. Roman.
- 1936 - Opgesloten kracht. Roman.
- 1937 - Zorg om den jongen. Roman.
- ca. 1938 - Het doul dat wie nait zain. Toneel.
- 1938 - Om het geluk van den jongen. Toneel.
- ca. 1939 - Thoeskomst. Toneel.
- 1942 - Hij leefde om te bouwen. Roman.
- ca. 1949 - D'olle spreuk. Toneel.
- 1950 - Mit lege aarms. Toneel.
- 1950 - De vrimde vogel. Toneel.
- 1954 - Vrümd bloud. Toneel.
- 1955 - Moeke. Toneel.
- ca. 1956 - Remko, 'n liefde in Groningerland. Roman.
- ca. 1960. - Tetje'. 'n Moeder in Groningerland. Roman.
- ca. 1960 - Opgesloten kracht. Roman.
Zie ook: |
---|
Portaal: Fascisme en nationaalsocialisme in Nederland . Fascisme in Nederland . Fascisme . Nationaalsocialisme |