Frederik I van Pruisen
1657-1713 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Keurvorst van Brandenburg | ||||||
|
||||||
Koning in Pruisen | ||||||
|
||||||
|
Frederik III (Koningsbergen, 11 juli 1657 - Berlijn, 25 februari 1713), bijgenaamd der krumme Fritz, was van 1688 tot 1701 keurvorst van Brandenburg en daarna tot 1713 als Frederik I koning in Pruisen. Hij was de zoon van de Grote Keurvorst Frederik Willem en Louise Henriëtte van Oranje-Nassau, dochter van Frederik Hendrik van Oranje en Amalia van Solms.
Uit zijn huwelijk met Elisabeth Henriëtte van Hessen-Kassel (1661-1683), dochter van Willem VI van Hessen-Kassel, werd een dochter geboren: Louise (1680-1705), in 1700 getrouwd met koning Frederik I van Zweden.
Uit het tweede huwelijk in het jaar 1684 met Sophie Charlotte von Hannover (1668-1705) werden twee kinderen geboren: Friedrich August (1685-1686) en Frederik Willem I van Pruisen (1688-1740), die in 1706 met prinses Sophie Dorothea von Hannover trouwde. Omdat het tussen Frederik III en zijn stiefmoeder niet goed boterde en hij bang was dat hij vergiftigd zou worden, vluchtte hij met Sophie Charlotte naar Leipzig, Hannover, Marburg en Kassel, maar keerde uiteindelijk terug.
Hij stond aan de zijde van Oostenrijk in de hoop van de keizer het recht te verkrijgen zich koning te mogen noemen. Dit geschiedde in 1701, na het betalen van een forse som geld. De kroning vond plaats in Koningsbergen, omdat Oost-Pruisen buiten het Heilige Roomse Rijk lag. De kosten waren schrikbarend. De filosofisch ingestelde koningin was verveeld en kreeg een uitbrander omdat zij tabak snoof tijdens de ceremonie.
Zij en haar moeder konden goed overweg met de filosoof Leibniz. In 1701 richtte zij in Berlijn de Academie van Wetenschappen op, waar Leibniz als presidentwerd aangesteld. Zij speelde voortreffelijk clavecimbel en dirigeerde operauitvoeringen. Arcangelo Corelli droeg zijn opus 5 aan haar op.
In 1702 overleed zijn neef, koning-stadhouder Willem III kinderloos. Hierop maakte hij, als kleinzoon van Frederik Hendrik van Oranje, aanspraak op de titel Prins van Oranje. Maar ook Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, die in Friesland als stadhouder was benoemd, maakte aanspraak op de titel. De kwestie werd pas in 1732 geschikt en tot op de huidige dag mogen zowel de nazaten van Frederik III als Willem IV van Oranje-Nassau en zijn nazaten zich "Prins van Oranje" noemen.
Zijn derde huwelijk in 1708 was met Sophie Luise von Mecklenburg-Schwerin (1685-1735). Dat huwelijk werd voornamelijk uit dynastieke overwegingen gesloten. Zijn zoon en toekomstige troonopvolger was twee jaar eerder getrouwd, maar had nog steeds niet voor nageslacht gezorgd. Bij de geboorte van zijn kleinkind Frederik de Grote in 1712 liet hij de navelstreng in een medaillon verwerken. Toen de koning in 1713 stierf liet hij voornamelijk een grote berg schulden achter.