Frederik August I van Saksen
|
1750-1827 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Keurvorst/koning van Saksen | ||||||
|
||||||
|
Frederik August de Rechtvaardige (Dresden, 23 december 1750 - aldaar, 5 mei 1827) was als Frederik August III van 1763 tot 1806 keurvorst en daarna tot 1827 als Frederik August I koning van Saksen. Hij was de zoon van keurvorst Frederik Christiaan en Maria Antonia Walpurgis, dochter van keizer Karel VII.
Hij volgde in 1763 zijn vader op onder regentschap van zijn oom prins Xaverius; hij werd in 1768 meerderjarig verklaard. Op 17 januari 1769 trad hij in het huwelijk met Maria Amalia, dochter van hertog Frederik van Zweibrücken. Uit dit huwelijk werd één kind geboren: Augusta (geboren 21 juni 1782).
Vanwege zijn verwantschap met de Beierse keurvorst nam hij in 1778 samen met Frederik de Grote van Pruisen deel aan de Beierse Successieoorlog. Aan de Coalitieoorlogen nam hij door het Rijk gedwongen deel. Na de voor hem desastreuze Slag bij Jena sloot hij zich echter bij Napoleon Bonaparte aan. Hij trad toe tot de Rijnbond en werd daarom in 1806 tot koning verheven. Na de Vrede van Tilsit van 9 juli 1807 was hij hertog van het door Napoleon geschapen Hertogdom Warschau (tot 1813); soeverein was hij overigens slechts in naam.
Frederik August en Napoleon konden het goed met elkaar vinden en streden samen tegen Oostenrijk. Napoleon bezocht de Saksische koning regelmatig in Dresden. Na de Volkerenslag bij Leipzig werd hij gevangen genomen door de Russische tsaar Alexander I. Saksen zou aanvankelijk worden geannexeerd door Pruisen, maar bij het Congres van Wenen spanden de ministers van Buitenlandse Zaken Klemens von Metternich (Oostenrijk), Henry Robert Stewart (Engeland) en Charles-Maurice de Talleyrand (Frankrijk) samen om Pruisen te dwarsbomen. Frederik August kreeg zijn vrijheid en troon terug, maar moest wel drievijfde van zijn land opgeven (21 mei 1814). Hij keerde op 7 juli terug naar Dresden, waar hij enthousiast werd verwelkomd door zijn volk.
Frederik August bracht de rest van zijn leven door met het repareren van de schade die was veroorzaakt door de Napoleontische oorlogen. Hij verbeterde de landbouw, commercie en industrie van zijn land, hervormde de justitie, stichtte ziekenhuizen en bevorderde kunst, wetenschap en onderwijs. Hij stierf op 5 mei 1827 en werd opgevolgd door zijn broer Anton.