Fort van Breendonk
Breendonk is een Belgisch fort bij Willebroek, op circa 20 kilometer ten zuiden van Antwerpen. Het werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi's gebruikt als concentratiekamp en is voor België een belangrijk gedenkteken aan de oorlog.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Fort Breendonk dateert uit 1906. Het maakte deel uit van een gordel van forten rond Antwerpen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het vanaf 1 oktober 1914 aangevallen door het Duitse leger. Op 9 oktober gaf de bezetting van het fort zich over. Tussen de beide wereldoorlogen werden er af en toe troepen ingekwartierd. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog zag men in dat de oude fortengordel niet voldoende aan de moderne oorlogvoering kon worden aangepast. Breendonk werd nu het algemeen hoofdkwartier van het Belgische leger, en ook de plaats waar in geval van oorlog de Koning naartoe zou worden gebracht. Bij het in België uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 arriveerde Koning Leopold III in het fort. Vanuit Breendonk richtte hij zich in een toespraak tot de Belgische bevolking. Ook ontving hij in het fort geallieerde bevelhebbers. Toen de Duitsers op 16 mei doorbraken bij Sedan werd het fort ontruimd. Het Belgische opperbevel werd verplaatst naar Gent.
Na de verovering van België door Duitsland werd Breendonk een gevangenkamp. Op 20 september 1940 kwamen de eerste gevangenen binnen. Kampcommandant vanaf het begin tot eind 1943 was Philipp Schmitt , die na de oorlog voor oorlogsmisdaden ter dood zou worden veroordeeld.
Aanvankelijk werd Breendonk vooral gebruikt voor het gevangen houden van mensen die anti-joodse wetten overtraden of door de Duitse bezetters werden beschouwd als "Asocialen". Later werd het kamp vooral gebruikt voor het vasthouden van verzetslieden, politieke gevangenen en gijzelaars. Het was de laatste halte voor het vertrek naar Auschwitz. In het kamp hebben in totaal ruim 3500 mensen gevangengezeten. Ongeveer de helft hiervan (1733) heeft de oorlog niet overleefd. In Breendonk zelf werden ongeveer 300 mensen vermoord: maar liefst 164 mensen werden er gefusilleerd en 21 werden opgehangen. Folteringen waren ook een belangrijke doodsoorzaak. Ten minste 98 mensen stierven door ontbering of foltering. De verhoorkamer of de beruchte bunker was een plaats van angst voor iedereen. Voordat de gevangene naar de verhoorkamer ging werd deze in een isoleercel geplaatst.
In de verhoorkamer stond een lessenaar. Daar schreef de verhoorder de antwoorden op van de politieke gevangenen. Deze werden de armen, achteraan gebonden en omhoog getrokken, zodanig dat hij horizontaal hing. Dan werd hij losgelaten en viel hij met zijn borstkas en lichaam op 3 of 4 driehoekige langwerpige blokken hout. De goot die in de verhoorkamer liep, was niet zozeer voor het bloed, maar voor de urine die het slachtoffer verloor, doordat de sluitspieren hierdoor verlamden. Ook bij stokslagen (billenkoek), werd het slachtoffer over een ronde bank gebonden, met de voeten in voetblokken. Dan kreeg het slachtoffer stokslagen op het achterwerk, zodanig dat men moest wateren, doordat de sluitspieren, voor een tijd, gevoelloos werden. De pijn was onbeschrijfelijk.
De gevangenen werden op een hongerrantsoen geplaatst en kregen per dag 225 gr brood 4 koppen koffie en 1 liter watersoep. Daarnaast moesten ze dwangarbeid verrichten. De eerste gevangenen moesten maar liefst 250.000 m3 aarde met de hand verplaatsen om ruimte te maken voor nieuwe barakken. Zij die deze omstandigheden overleefden waren de sterken en die werden daarna gedeporteerd naar Duitsland. Een beruchte bewaker in Breendonk was Frans Wyss . Hij bekende na de oorlog ten minste 20 gevangenen te hebben doodgemarteld. Zijn kompaan Richard Debodt Geboren op 26 februari 1908 te Brussel . Beroep Sluiswachter ( Rexist ).Te Breendonk in dezelfde functie als Wyss vanaf Augustus 1942 tot de bevrijding . Even brutaal en onmenselijk als Wyss. Had er plezier in om de handen van de gevangenen vast te binden op de rug terwijl ze al likkend hun bord moesten leegeten. Was bij verstek ter dood veroordeeld Het duurt tot 1951 voor men hem op het spoor komt . Een maand voor de Duitse capitulatie beseft hij dat hij van kamp moet veranderen en sluit zich aan bij het Amerikaans leger , waar hij na 6 maanden bedankt wordt voor zijn diensten . Hij vestigt zich in Nürnberg met vrouw en kind ,onder de valse naam " Richard Verstraeten " .Op 9 juli 1951 wordt hij aan de Franse grens gearresteerd, en opgesloten in de gevangenis van Rastatt . Door de nieuwe wet van minister Joseph Pholien ( CVP) wordt zijn straf omgezet in levenslange dwangarbeid .Een comité geleid door een oud gevangene van Breendonk ( Jean Nysthoven ) eist het ontslag van Pholien , wat hij ook verkrijgt . Richard Debodt overlijdt later op 03 januari 1975 in de gevangenis van Sint Gillis .
In 1947 werd het fort bij wet het Nationaal Gedenkteken Fort van Breendonk.
[bewerk] Bekende personen die er gevangen zaten
- Jacques Grippa
- Wilchar
- Jean Amery
[bewerk] Een bezoek aan het fort
Het fort is opengesteld voor het publiek, dat een kijkje kan nemen in de ondraaglijke wereld van de gevangenen. Op de binnenplaats ziet men de graven, en als men de weg langs het fort volgt de strop met daarbij de gedenkplaten voor wie daar ter dood zijn gebracht. Er staan ook zwarte executiepalen voor het vuurpeloton. Er zijn kamers die authentiek gebleven zijn, waarvan de muren onaangetast zijn gebleven.