Fernando Álvarez de Toledo
Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva (eig. Alba), bijgenaamd de IJzeren Hertog (Piedrahita (Kastilië), 29 oktober 1507 — Thomar, 12 januari 1583) was een Spaans generaal en gouverneur van de Nederlanden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Zijn bewind leidde tot een verheviging van de opstand in de Nederlanden en uiteindelijk tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Als kind kreeg Alva van zijn grootvader al les in de militaire krijgskunde. Keizer Karel V benoemde hem als één van de bevelhebbers tijdens het beleg van Tunesië (1535). In de volgende jaren was Alva meerdere malen met succes betrokken bij Spaanse veldtochten.
Hij vervulde ook diplomatieke en politieke missies voor Filips. In 1556 werd hij bij voorbeeld benoemd tot onderkoning van Napels, en in 1558 - 1559 voerde hij namens Spanje de onderhandelingen die leidden tot de Vrede van Cateau-Cambrésis.
In 1567 werd Alva door de toenmalige koning Filips II naar de Nederlanden gestuurd met een leger van 10.000 man en onbeperkte bevoegdheid om orde op zaken te stellen. Directe aanleiding voor de benoeming van Alva was de Beeldenstorm. Volgens een anekdote had Alva tegen Filips II gezegd dat hij maximaal zes maanden nodig zou hebben om de opstand neer te slaan en dat er "enkel wat koppen moesten rollen".
Vrijwel direct na zijn aankomst in Brussel richtte Alva de Raad van Beroerten (=onlusten) op. Twee populaire edelen, Graaf Egmont en Graaf Horne, werden als voorbeeld onthoofd in Brussel. Ook wou Alva dit laten doen met Willem van Oranje maar omdat hij vluchtte lukte hem dit niet. Tenslotte voerde Alva de Tiende Penning in, een belastingmaatregel die tot grote woede leidde.
Het schrikbewind van Alva -niet minder dan 18.000 mensen werden ter dood veroordeeld- was een enorme impuls voor de opstand in de Nederlanden. De opstandelingen veroverden met behulp van de geuzen diverse steden in de Nederlanden. Alva slaagde erin om grote delen terug te veroveren.
Op 2 oktober 1572 plunderden en moordden de Spanjaarden onder zijn leiding in de stad Mechelen, nadat er daar in de maand september voordien even een niet-katholiek bestuur aan het bewind was geweest.
De verovering van Haarlem onder leiding van Alva's zoon verliep moeizaam voor de Spanjaarden, mede dankzij het optreden van de befaamde Kenau Simonsdochter Hasselaer en het beleg van Alkmaar werd door de opstandelingen afgeslagen door de dijken door te steken.
Door deze nederlaag en zijn kwetsbare gezondheid diende Alva bij Filips II zijn ontslag in. Dit werd in december 1573 door Filips II geaccepteerd. Alva werd opgevolgd door Don Luis de Requesens.
Na zijn terugkeer werd hij aanvankelijk als held binnengehaald door Filips II, totdat een liefdesaffaire van de zoon van Alva (Don Frederik) vader en zoon in ongenade bracht. Alva werd verbannen van het hof en bracht zijn tijd door in het kasteel van Uzeda. Daar zou hij twee jaar verblijven. Toen Portugal in opstand kwam tegen de Spanjaarden (rond 1580) werd Alva door Filips II weer aangenomen en werd hij benoemd tot opperbevelhebber. In 1580 nam hij Lissabon in, dreef de leider van de opstand uit het land en droeg Portugal weer over aan Filips II.
Alva stierf kort na het neerslaan van de opstand in Portugal in januari 1583.
Voorganger: Margaretha van Parma |
Landvoogd van de Nederlanden 1567-1573 |
Opvolger: Luis de Zúñiga y Requesens |
[bewerk] Trivia
- Hij vervult de rol van slechterik in het Suske en Wiske album Het Spaanse spook
- De houten dukdalf paaltjes ontlenen waarschijnlijk hun naam aan de Hertog van Alva (Duc d'Alve)