Federalisme
Het federalisme is een staatsvorm waarbij geen centraal staatsgezag wordt voorgestaan, maar waarin de afzonderlijke delen een zeer grote mate van zelfstandigheid wordt toegekend, zonder dat het nationale of federale niveau bestaat bij de gratie van de deelstaten.
Inhoud |
[bewerk] Voorbeelden
Voorbeelden zijn de Verenigde Staten, Zwitserland, Canada, Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Australië, België, India, Maleisië en de Verenigde Arabische Emiraten. In theorie was ook de vroegere Sovjet-Unie een federatie. In praktijk vertoonde het echter géén enkel federalisme in haar centrale besluitvorming. De macht was er immers gemonopoliseerd in de dictatuur van de (centrale) communistische partij.
Spanje is een apart voorbeeld aangezien het een zogenaamd asymmetrische staatsstructuur kent: sommige deelgebieden, met name Baskenland en Catalonië beschikken er namelijk over (aanmerkelijk) meer bevoegdheden en fiscale en financiële autonomie dan de andere deelgebieden. Dit is ook zo in het Verenigd Koninkrijk, waar Schotland wel een eigen parlement met wetgevende bevoegdheid en regering heeft, Wales en Noord-Ierland enkel budgetterende bevoegdheid hebben, en Engeland geen eigen deelstaatstructuren heeft. Spanje en het UK zijn overigens formeel eenheidsstaten, al lijkt Spanje de facto meer op een federatie.
In België is er een continue evolutie merkbaar. De oorzaak hiervan is dat de gemeenschappen afzonderlijke partijen hebben, er bestaan families maar ook die verschillen dikwijls van mening. De meeste federale staten hebben eenheidspartijen. Het deel van de definitie: zonder dat het nationale niveau bestaat bij de gratie van de deelstaten komt sinds de laatste verkiezingen (2004) in België meer en meer op losse schroeven te staan. De nationale regering leeft met de huidige samenstelling van de deelregeringen (die asymmetrisch is) bij de gratie van die deelregeringen.
[bewerk] Organisatie
Een federale staat bestaat uit één centrale overheid en een aantal deelgebieden. Deze hebben alle eigen bevoegdheden die niet door het centrale gezag ingeperkt kunnen worden, een eigen volksvertegenwoordiging, en een eigen regering. Dit machtsevenwicht is steeds grondwettelijk vastgelegd. In sommige federale staten hebben de deelgebieden ook constitutieve autonomie; deze kunnen hun eigen interne organisatie (aard en grenzen van de intermediaire en lokale overheden, de kantons, provincies en gemeenten) vaststellen. Soms hebben de deelgebieden ook een eigen grondwet.
De regeringen van de deelgebieden noemt men deelregeringen. In een federale staat beschikken de deelregeringen over een redelijke tot grote mate van eigen fiscale inkomsten. Daarvan bepalen ze zelf de hoogte en de heffingsmodaliteiten. Daarnaast genieten ze dikwijls ook van middelen uit de centrale schatkist - bijvoorbeeld voor taken die de centrale overheid hen toevertrouwt. Tenslotte bestaan er in de meeste federale staten regelingen voor solidariteit tussen de rijkere en de minder rijke deelgebieden.
[bewerk] Evolutie
Volgens een aantal waarnemers tenderen veel federaties in de loop van de tijd naar een steeds sterker wordend centraal gezag. België is hierop echter een uitzondering. Daar evolueerde de centrale Belgische staat naar een federale staat, waarbij steeds meer bevoegdheden werden overgedragen naar de deelregeringen.
[bewerk] Confederalisme
Federalisme wordt soms verward met confederalisme. Dit is een lossere samenwerking tussen staten die voorheen meestal onafhankelijk waren. De deelstaten behouden echter volledig zelfbeschikkingsrecht. Zwitserland was gedurende eeuwen een confederale staat; in het midden van de 19e eeuw werden er echter de soevereine bevoegdheden van de kantons afgeschaft.
Qua aard van de staatsstructuur staat federalisme vooral tegenover de centrale of unitaire staat. Deze kent slechts één regering, voor het centrale bestuur, en daaronder enkel intermediaire en lokale besturen. Deze beschikken hoogstens over een bestuurlijke, uitvoerende autonomie. Voorbeelden van centrale staten zijn Nederland, Frankrijk, Ierland, de Scandinavische landen, Italië, Portugal, Griekenland en de meeste landen in Afrika, Azië, Amerika en Oceanië.
[bewerk] Federalisme als politiek idee
De geschiedenis van het federalisme als idee om de samenleving te ordenen is eeuwenoud. De eerste moderne omzetting werd echter eerst in de 18e eeuw gedaan met de onafhankelijkheid van de verenigde Staten. De voordenkers hiervan waren Alexander Hamilton, James Madison en John Jay, die hun ideeën in The Federalist Papers neerschreven. In dezelfde periode schreef Saint-Simon dat Europa beter geregeerd zou worden indien alle naties behalve hun eigen parlement ook een algemeen inter-nationaal parlement zouden erkennen voor de beslechting van strijd tussen de naties. De anarchist Pierre-Joseph Proudhon legde in zijn Du principe fédératif het beginsel van een sociaal federalisme neer, waarin de lokale gemeenschap centraal staat. Dit inspireerde later de beide voormannen van de Ordre nouveaux Alexandre Marc en Denis de Rougemont. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam Altiero Spinelli met zijn Ventotene Manifest, waarin hij zijn gedachten over een verenigd en federaal Europa uiteenzet. Meer pragmatisch, echter evenzeer beïnvloed door de federalistische idee, waren de grondleggers van het functionalisme: Robert Schuman en Jean Monnet.