Ezra
Het boek Ezra is een van de boeken in de Hebreeuwse Bijbel. Er zijn ook de boeken 3 Ezra en 4 Ezra, die wel in de Septuagint voorkomen, maar door zowel katholieken als protestanten als apocrief beschouwd worden. Slechts in de Oosters-Orthodoxe Kerken behoren ze tot de Bijbel. Dit artikel gaat vooral over het canonieke boek Ezra.
Inhoud |
[bewerk] Naamgeving
Het boek is genoemd naar de Schriftgeleerde Ezra. In de Septuaginta wordt het boek Esdras B genoemd, in de Vulgata Esdra I. Het hebreeuwse woord Ezra kan vertaald worden met hulp. Over de Griekse en Latijnse namen bestaat een redelijke spraakverwarring. Onderstaande tabel tracht enig overzicht te geven van de namen in de protestantse wereld, en de namen in Septuaginta en Vulgata:
Protestantse naam | Septuaginta | Vulgata |
Ezra | Esdras A | I Esdras |
Nehemia | Esdras B | II Esdras |
Echter: Esdras B wordt ook wel I Esdras genoemd, waarbij I Esdras III Esdras wordt. I Esdras is dan een van de apocriefe boeken. Hetzelfde geldt voor II Esdras en IV Esdras.
[bewerk] Auteurschap en ontstaan
Oorspronkelijk vormde dit boek samen met het boek Nehemia één boek. Christelijke schrijvers in de vierde eeuw begonnen het als twee afzonderlijke werken te beschouwen. Deze zienswijze vond gehoor en heeft ook in de Hebreeuwse Bijbel ingang gevonden.
In de klassieke rabbinale traditie wordt Ezra als de auteur van dit boek beschouwd.
[bewerk] Inhoud
Dit boek bevat een verslag van de gebeurtenissen aan het eind van de Babylonische ballingschap. De terugkeer vindt in verschillende etappes plaats:
Kores (559-530) | 1e terugkeer onder Ezra 1 | Einde van optreden van de profeet Daniël |
Cambyses (530-522) | Niet vermeld | |
Darius Hystapes (522-486) | Herbouw van de tempel | Profeten: Haggai, Zacharia |
Ahasveros (486-465) | Ezra 4:6 - Ahasveros, zie ook het boek Esther | |
Arthahsasta, ook Arthaxerxes Longimanus genoemd,(464-423) | Nehemia (en Ezra 2?, zie Ezra 7) keert terug. | Optreden van de profeet Maleachi |
Het bestaat uit enkele hoofdonderdelen:
- de geschiedenis van de eerste terugkeer van de ballingen, in het eerste jaar van Kores (536 v. Chr.), tot de voltooiing van de bouw van de tempel, in het zesde jaar van Darius Hystapes (515 v. Chr.), hoofdstuk 1-6.
- persoonlijke gegevens over de Schriftgeleerde Ezra (hoofdstuk 7). Veel commentatoren zijn het er over eens dat tussen het slot van hoofdstuk 6 en het begin van hoofdstuk 7 een gat van ongeveer 60 jaar zit.
- de geschiedenis van de tweede terugkeer onder Ezra, in het zevende jaar van Artaxerxes Longimanus, en de gebeurtenissen na diens terugkeer te Jeruzalem (hoofdstuk 7-10).
Gedeelten van het boek zijn in het Aramees (hoofdstuk 4:7-6:18, 7:12-26). "Men neemt met enige waarschijnlijkheid aan dat deze delen zijn van een uitgebreidere geschiedenis van de teruggekeerde gemeenschap" (Stade).
[bewerk] Relaties met andere boeken
In het Nieuwe Testament komen geen citaten uit dit boek voor.
[bewerk] Archeologie
De Cyrus cilinder, een cilinder van klei in het British Museum in Londen, vermeldt de volgende tekst:
Ik, Kurash [ "Cyrus" ], koning der gehele wereld, groot koning, wettig koning, koning van Babilani, koning van Kiengir (Sumer) en Akkade (Akkad), koning van de vier randen van de aarde, zoon van Kanbujiya, groot koning, koning van Hakhamanish (Perzië), kleinzoon van Kurash, groot koning, koning van Hakhamanish, afstammeling van Chishpish, groot koning, koning van Hakhamanish, uit een familie die altijd het koningschap uitoefende; wiens regering Bel and Nebo liefhebben, en degene die zij als koning wensen om hun harten te verheugen. Toen ik Babilani als vriend binnen kwam, en onder jubelgeroep en gejuich de regeringszetel vestigde in het paleis van de regeerder, gaf Mardoek (Marduk), de grote heer, de grootmoedige inwoners van Babilani in het hart mij lief te hebben, en ik spande mij dagelijks in zijn aanbidding te bevorderen. etc.
Voor alle gebieden, van zo ver weg als Assur en Susa, Akkad, Eshnunna, de steden Zamban, Me-turnu, Der als ook het gebied der Guten, geef ik aan deze heilige steden aan de ander zijde van de Tigris de heiligdommen terug, die reeds lange tijd in ruïnes veranderd zijn, de beelden van hen die daarin woonden en breng hen terug naar hun permanente heiligdommen. Ik vergaderde ook alle vroegere bewoners en bracht hen terug naar hun gebieden. Verder herstelde ik in opdracht van Mardoek, de grote heer, al de goden van Kiengir en Akkade die Nabonidus naar Babilani gebracht had, tot woede van de heer van alle goden, terug in hun vorige tempels, de plaatsen die hen gelukkig maakten.
Bron(nen): |
|