Epibreren
Epibreren is een bedacht Nederlands werkwoord dat rond 1950 bekend werd door Simon Carmiggelt. De betekenis is het verrichten van niet nader gespecificeerd werk dat heel voornaam lijkt, maar desondanks helemaal niets voorstelt. Degene die het woord gebruikt zegt bijvoorbeeld op een vergadering dat hij e.e.a. gaat epibreren en vertrouwt erop dat mensen dat voor zoete koek slikken. Mocht men onverwacht toch vragen wat het betekent, dan kan men, volgens Jan Kuitenbrouwer in zijn boek Turbotaal, altijd nog zeggen dat iemand hem dat na de vergadering maar moet uitleggen. Mogelijk is het woord ooit bedacht door een ambtenaar, of was Carmiggelt zelf die het woord verzon om even weg te kunnen lopen van saai werk. Anderen zeggen dat Godfried Bomans er de bedenker van is.
Epibreren is tevens de naam van een fictief Waddeneiland, waar De Dichters uit Epibreren hun naam aan ontleend hebben. Zeer waarschijnlijk heeft dit gezelschap de naam weer van Carmiggelt, zij verwijzen op de website, die "Het eiland Epibreren" beschrijft, naar een "wild weekend" dat Carmiggelt en Renate Rubinstein daar in 1953 zouden hebben doorgebracht en om dit te verdoezelen, zou hij het werkwoord epibreren ingevoerd hebben.