Donjon
Een donjon is een middeleeuwse woontoren, al dan niet gebouwd op een motte. De eerste donjons waren van hout; later, na de (her)uitvinding van de baksteen, werden ze van baksteen gebouwd. De naam is van Latijnsgermaanse oorsprong.
Inwendig bevat de toren drie tot vijf kamers boven elkaar, die oorspronkelijk steeds een hele verdieping beslaan. Over het algemeen had minstens één kamer een stookplaats. De oudste woontorens hebben een ingang boven de begane grond, zodat de meestal van een tongewelf voorziene kelder alleen van binnenuit toegankelijk was. De jongere woontorens hebben hun ingang op de begane grond.
Een donjon was aanvankelijk een zelfstandig bouwwerk. In veel gevallen werden rond de donjon in de loop der tijd andere gebouwen opgetrokken, of werd de donjon opgenomen in een ommuurde vesting. Zo ontwikkelde zich het kasteel, waarbij de donjon diende als laatste toevluchtsoord.
Het spreekt vanzelf dat dit eenvoudige type kasteel veel gebouwd is door de niet-kapitaalkrachtige adel, de niet-edele vrijen en degenen die tot de ridderklasse behoorden.