Death Valley
Death Valley is een dal in de Verenigde Staten, in de staat Californië. Het gebied is omringd door bergen en maakt deel uit van het Great Basin en de Mojave woestijn. Het dal is onderdeel van het iets grotere Nationale Park met dezelfde naam.
In Death Valley National Park zijn naast woestijn ook zoutvlakten, rotsformaties, canyons, zandduinen en bergen te bezoeken.
Inhoud |
[bewerk] Geografie
Death Valley is de op één na heetste plek op aarde en de droogste plek van Noord-Amerika. Het gebied is zo droog omdat er een aantal bergruggen ligt tussen de vallei en de Stille Oceaan. Wolken regenen leeg op deze bergruggen, waardoor er in Death Valley vrijwel nooit regen valt, minder dan 50 mm per jaar. Bovendien ligt het gebied zeer laag, in Death Valley bevindt zich het laagste punt van de Verenigde Staten. Dit laagste punt bestaat uit een zoutmeer, Badwater genoemd, en ligt 86 m onder de zeespiegel. De hoogste temperatuur die hier gemeten is, in Furnace Creek, een woestijndorp, bedroeg 56.7 °C, op 10 juli 1913. In normale zomers komen temperaturen tot 49 °C vaak voor.
Ook al valt er weinig regen, er kunnen in de canyons onderaan de bergen toch overstromingen optreden. De bodem kan, o.a. door het vrijwel ontbreken van plantengroei, vrijwel geen water opnemen. Een voorbeeld is Golden Canyon, waar de wegverharding in 1976 is weggespoeld.
Het dal kreeg zijn naam in 1849 tijdens de Gold rush. De naam werd gegeven door immigranten die de vallei wilden oversteken op weg naar het goud. Volgens het verhaal zou men proberen door de vallei te trekken met een grote groep om naar het goud te komen. Men raakte de weg kwijt en was bang dat men zou omkomen. Er werd besloten om in twee groepen verder te gaan. Eén groep zou daarbij geheel omgekomen zijn, de andere groep zal het gehaald hebben. Wanneer men de vallei uitliep, zou een vrouw zich hebben omgedraaid en hebben gezegd: "Goodbye, Death Valley". Hier zou de vallei zijn naam aan te danken hebben.
In de jaren 1850 werd er ook goud en zilver in Death Valley aangetroffen. In 1880 werd borax aangetroffen en gewonnen. Het werd uit het gebied vervoerd met wagens getrokken door muilezels. Al snel bleek deze manier van vervoer onrendabel en werd de boraxwinning beëindigd. Niettemin werd Christian Brevoort Zabriskie (de onderdirecteur van de Pacific Coast Borax Company) een bekende naam: Zabriskie Point is naar hem vernoemd.
[bewerk] Geschiedenis
Death Valley werd pas in 1994 door Bill Clinton tot National Park gemaakt, het was wel al sinds 1933 een National Monument, maar het werd uitgebreid tot de grootte die het vandaag heeft.
[bewerk] Flora en fauna
Er leven nog steeds dieren en planten, maar die hebben zich gedurende al die jaren moeten aanpassen aan de veranderingen in het klimaat. Een voorbeeld hiervan is de Kangoeroerat, hij kan maanden zonder drinken overleven. Hij onttrekt namelijk water van de zaden die hij eet, hij concentreert zijn urine, zodat hij minder water verliest als hij plast, en hij haalt zelfs het water uit de lucht die hij uitademt. Hij leeft ook ’s nachts om de hitte van het zonlicht te vermijden. De Chuckwalla, het park z’n grootste hagedis, gebruikt zijn lichaam als een provisiekamer en een kantine. Deze vegetariër eet als de planten bloeien na een regenbui en maakt lichaamsvet aan voor moeilijkere tijden. Het water uit zijn voedsel slaat hij ook op in zijn lichaam, juist genoeg om te kunnen overleven zonder te drinken. Hij ontsnapt aan roofdieren door in een scheur in de rotsen te kruipen en daar zijn longen tot drie maal hun normale grote op te blazen en zo het roofdier af te schrikken.
In het zoute water van enkele beken komt een bijzondere vis voor die in het zout en de hitte weet te overleven, de Pupfish (Cyprinodon salinus). De Pupfish is het levende bewijs dat het vroeger natter was in Death Valley. Duizenden jaren lang tot ongeveer 10.000 jaar geleden had Death Valley grote meren, gevoed door veel regen en het smeltwater van de gletsjers uit de ijstijd op de nabijgelegen bergen. Het klimaat werd droger en de meren droogden op en dwongen zowel mensen als vissen naar permanente waterbronnen te verhuizen. Sinds die tijd heeft de Pupfish overleefd in geïsoleerde bronnen met water op een temperatuur van 35° Celsius en in stromen waar het beetje water al vijf keer zo zout is als het water van de oceaan.
[bewerk] Bevolking
In Death Valley wonen de Timbisha-indianen, sinds tenminste 1000 jaar. Een nederzetting bevindt zich bij Furnace Creek. De naam Death Valley is niet door deze indianen aan de vallei gegeven; in hun taal heet de vallei tümpisa, wat rotsverf betekent. Dit verwijst naar de rode oker die in Death Valley aangetroffen wordt.
[bewerk] Toerisme
De vallei is met de auto goed te bereiken, anderhalve dag rijden vanaf Los Angeles. In de zomer is het zo heet dat een toerist niet veel meer kan doen dan in de auto (met airconditioning) blijven zitten. In winter en voorjaar is de temperatuur aangenaam. In de vallei zijn twee plaatsen waar een beperkt aantal mensen kan overnachten. Naast het natuurschoon is er ook Scotty's Castle, een in Spaanse stijl opgetrokken villa.
[bewerk] Tijdsmomenten van toekenningen
- National Monument - 11 februari 1933
- Biosfeer Reservaat - 1984
- Wildernis (95% van het park) - 31 oktober 1994
- Nationaal Park - 31 oktober 1994
[bewerk] Externe links
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Death Valley National Park op Wikimedia Commons. |