Ceremonieel protocol
Het ceremonieel protocol, ook wel kortweg protocol genoemd, is de verzameling van geschreven of ongeschreven regels die de gang van zaken aan een hof, een regeringsinstantie of een rechtbank vastleggen. Het protocol is een fenomeen van alle tijden, de machtigen onderscheiden zich door het protocol van de anderen en de regels zorgen ervoor dat alles in goede banen wordt geleid. Ook bij regeringen van republieken, op ministeries en gemeentehuizen, bij rechtbanken en universiteiten en bij de krijgsmacht is een protocol van kracht.
Inhoud |
[bewerk] Protocol in Nederland
[bewerk] Protocol in België
[bewerk] Nationaal Protocol (staatsprotocol)
Dienst ban Ministerie van binnenlandse/buitenlandse zaken. dit geld vb bij staatsbezoeken.
[bewerk] Hofprotocol
Dienst van de Hofmaarschalk, dit is van kracht op private feesten aan het hof.
[bewerk] Protocol in Frankrijk
[bewerk] Het Franse hofprotocol tijdens het Ancien Regime
Aan het Hof van Versailles verbleef iedereen die naam en faam had in het Ancien Régime; de hovelingen kwamen met duizenden naar Versailles om de aandacht en de protectie van de koning en zijn familieleden te verwerven. Daarnaast kon men nieuwe contacten leggen. Vele Adellijke dames ruïneerden zich om in de laatste mode te kunnen verschijnen aan het Hof. Omdat zoveel mensen vochten om in de gratie van de Koning te komen waren intriges en complotten dan ook schering en inslag. Sommige affaires brachten de Monarchie zelfs ernstig schade toe, zoals de bekende Diamanten halssnoer-affaire.
[bewerk] Het Franse hofprotocol
Het woord etiquette zou afstammen van een plakkaat (etiquette) waarop men vroeg niet op het gras te lopen. Het was dus een leefregel; die zelf al langer bestond. De ceremonieboeken zijn bewaard en er zijn ook vele aantekeningen van hovelingen zodat we een exact beeld hebben van het hofleven in Versailles. Om de duizenden mensen te kunnen controleren, waren er strenge regels over wie wat mocht doen. Deze regels werden in verschillende ceremonieboeken vastgelegd, zodat het leven aan het Hof een georkestreerd toneelspel was. Alles was schone schijn, niets was wat het leek. Op elk moment van de dag zwermden tientallen lakeien en hovelingen rond de Koning. Zijn enige toevlucht was het Petit Trianon. Zelfs de Architectuur van het Kasteel is functioneel ten behoeve van deze regels; zo moest de Koning duidelijk te zien zijn in de Opera of in de Koninklijke Kapel. Ook werden sommige delen afgebakend zodat niet iedereen daar kon lopen; de Cour de Marbre was alleen voor de allerhoogsten gereserveerd, en toegelaten worden bij het ontwaken en aankleden van de Koning was een zeer hoge eer.
Elke morgen werd de Koning ritueel gewekt door de Eerste Kamerknecht des Konings om 8h30 met de woorden:" Sire, voilà l'heure", dit was het startsein van het zgn. Petit Lever. Sommigen werden uitgekozen om een kledingstuk aan te rijken, wat als de grootst mogelijke eer werd beschouwd. Dagelijks onderzocht de Eerste Geneesheer des Konings de Vorst, bijgewoond door de Koninklijke Familie en personen die recht hadden op de "Grandes Entrées" . Daarna werd hij aangekleed in het bijzijn van talrijke hovelingen (Grand Lever). Tijdens het Grand Lever schreed de Vorst door de Spiegelzaal naar de Kapel; honderden hovelingen waren hierbij aanwezig. Voor velen was dit het moment om de vorst een gunst te vragen; ze moesten dan zijn aandacht weten te krijgen. Als de koning de legendarische woorden "Ik heb die persoon nog nooit aan het hof gezien..." uitsprak; was dit een afwijzing.
De Koning ging elke morgen van zijn slaapkamer naar de Koninklijke Loge in de Kapel, waar hij de mis bijwoonde. De begane grond was gereserveerd voor de nieuwsgierige hovelingen; zij kwamen veeleer om de Vorst te zien, en niet voor de godsdienstige plechtigheid. De Mis werd opgeluisterd door de befaamdste componisten zoals Lully en Couperin. Het streng katholieke hof bracht op zondagen en kerkelijke feestdagen vele uren in de kapel door. Het gaan en staan was tot in de details vastgelegd; iedereen aan het Hof had zijn eigen positie en functie, waaraan voorrechten werden toegekend. Een bekend voorbeeld is dat van de slaapkamers; de hovelingen sliepen normaliter buiten het Kasteel in het Grand-Commun. Sommigen kregen het voorrecht een klein (zolder)kamertje te betrekken in het Kasteel (soms voor enige dagen).
De Koning wees de kamers zelf aan de daartoe uitverkoren hovelingen toe; hij liet dan op de deur de naam zetten; naargelang de gunst:
- de Pompignan
- Monsieur de Pompignan
of de hoogste eer;
- pour Monsieur de Pompignan
Een ander voorbeeld van het onderstrepen van de rang van de hoveling is het toekennen van een tabouret ([1]en [2]). De dauphin en kleinkinderen van Frankrijk (zo werd naar de Vorst verwezen) hadden samen met Hertoginnen en buitenlandse Prinsessen en de echtgenoten van de Spaanse Grandes recht op een taboeret in bijzijn van de koning of Koningin. Andere hovelingen inclusief Kardinalen, vrouwen en mannen van aanzien moesten staan. Hoe hoger de hiërarchie hoe beter de stoel. Het beste was voor de koningin later ook voor Madame de Maintenon gereserveerd; de fauteuil. Dit was een zetel met armleuningen, daarna kwam de stoel met een hoge rugleuning en tenslotte de taboeret. In het appartement van een lid van de Koninklijke familie, die dan zelf recht had op een leunstoel, mocht een edelvrouwe een stoel nemen. Van een edelman, Louis-Phillippe Hertog van Guise, die gehuwd was met een "kleindochter van Frankrijk" (de hertogin van Alençon, kleindochter van Hendrik IV) is bekend dat hij in het bijzijn van zijn vrouw slechts op haar uitnodiging, en enkel op een taboeret, mocht gaan zitten. Sommige edelen en enfants de France hadden recht op een draagstoel, en toegang tot bepaalde vertrekken in het paleis. Ook hadden Prinsessen van Koninklijken bloede recht op een lange sleep van een 3-tal meter in geval van hofrouw; ook hier was de lengte gekoppeld aan de titel. Dankzij de memoires en brieven van Madame; la Palatine kunnen we ons een exact beeld vormen van de sfeer in 1686 aan het Hof.
Werkelijk, iemand die niets van doen heeft met dit Hof zou zich tranen lachen om de gang van zaken. De Koning denkt dat hij vroom is omdat hij met geen enkele jonge vrouw meer naar bed gaat; hij praat de gunstelingen van zijn broer [:de aanbidders van Monsieur, de Hertog van Orléans] naar de mond en valt iedereen lastig. De oude Maintenon schept er plezier in alle leden van de Koninklijke Familie gehaat te maken bij de Koning, en baas over hen te spelen. Afgezien van Monsieur, over wie ze vleiend dingen zegt tegen de Vorst. Alles loopt via haar en alles gaat scheef zoals haar oud postuur; ze legt een flinke spaarpot aan, slaat overal geld uit en tot overmaat van ramp is ze op de hoogte van alle staatsgeheimen. |
Aan het Hof heerste een ingewikkeld kluwen van intriges en relaties; Madame la Palatine schrijft ten tijde van de hongersnood van 1709 hierover:
Het is een vermakelijke komedie van ingewikkelde intriges, ik zou kunnen zeggen als we niet van de honger sterven dan is het van het lachen. |
Aan het verblijf in Versailles waren ook veel privileges verbonden; zo was het toegestaan om enkel en alleen in het Kasteel te gokken, dit werd bijgevolg ook gretig gedaan door de hovelingen aangezien gokschulden als een ereschuld werd gezien. Madame de Montespan verliest zo zevenhonderdduizend Livres aan Louis d'Or; de Hertogin van Berry verliest een jaar later aan een ambassadeur ruim een miljoen en achthonderdduizend Livres. Soms grijpt de Koning in om de edelman de schande te besparen... Ook werd er geloot; de Koning kocht dan vele loten die hij wegschenkt; zijn winst stelt hij als nieuwe prijs beschikbaar. Drie keer per week organiseerde de Koning voor zijn gasten avonden waarop kon worden gedanst, gekaart en voor de hovelingen een groot buffet werd aangericht. Op die avonden werd er door de Koning biljart gespeeld. Bronnen melden dat de Vorst iedereen uitnodigde aan zijn biljarttafel; zelfs rijke burgers. Voor Burgers was het de hoogste eer om te mogen verliezen van de Franse Bloedadel. De gasten werden ontvangen op persoonlijke uitnodiging van de Vorst.
Onder Lodewijk XV veranderde het hofleven; de Koning leefde meer teruggetrokken in zijn appartementen en de enorme menigte hovelingen had geen centrale figuur meer waarnaar men zich van uur tot uur kon richten. Lodewijk XVI kon nog minder dan zijn grootvader inhoud geven aan zijn koningsschap. Het hof verveelde zich terwijl de koning en koningin zich zoveel mogelijk terugtrokken met een kleine groep intieme vrienden.
[bewerk] Feest aan het hof
Als de vorst een feest gaf kreeg de Eerste Kamerheer des Konings de opdracht de voorbereidingen te starten; er moesten kostuums worden gemaakt, decors worden gebouwd, muziek geschreven,... Daarvoor ging hij te rade bij componisten en andere artiesten om zo een geheel van kunst te kunnen presenteren aan de vorst. De Koning wou aan het Hof zijn almacht laten zien, en ook de andere Monarchen in Europa zijn pracht laten zien; hiervoor werden speciaal artiesten ontboden die alles vastlegden in gravures en schilderijen. Een van de bekendste grote feesten die georganiseerd werden, van 7 tot 12 mei 1664 plaats vonden, waren Les Plaisirs de l'Île enchantée. Ze waren gebaseerd op een thema uit Orlando Furioso, ter ere van Madame de La Valière. De zeshonderd gasten konden onmogelijk in het (kleine) Kasteel dus werden de scènes allemaal in de tuin georganiseerd. Dit werd al vroeger gedaan in de Renaissance, toen werden gekostumeerde bals in de open lucht georganiseerd. Op 7 mei (18u) vangt het feest aan met een grote Carrousel; dit was een paardenpraaltocht met de Koning zelf, en alle mannen van aanzien in praalkostuums voor de dames. Er is een schitterende gravure van Israël Silvestre bewaard.
Jean-Baptiste Colbert schrijft ons hierover:
De 3 eerste actes van Tartuffo van Molière werden opgevoerd tot ergernis van de katholieke Koningin-moeder en haar gezelschapsdames. Het geheel werd door Lully muzikaal omlijst( door sonnetten en madrigalen). Daarnaast werden er ballet gedanst, komedies en toernooien opgevoerd. De jonge Monarch had geen schroom om zelf mee te dansen als allegorische voorstelling van Griekse Goden, hij was een geschoold balletdanser. In 1669 danste hij de Apollo in Flora; op 4 februari 1670 vertolkte Lodewijk al dansend Apollo, die Python versloeg. Zijn aanbidding voor de Zonnegod Apollo is nog steeds alomtegenwoordig in Frankrijk. Op 9 mei vond er gigantisch vuurwerk plaats. Sommige hovelingen klaagden over het kleine Kasteel, sommigen moesten zelfs in hun koets slapen.
In 1668 besluit Lodewijk een nieuw feest te organiseren, maar nu slechts voor 1 dag; Le Grand Devertissement Royal. De Koning nodigt nu duizend gasten uit, zelfs de gewone burgers mogen komen kijken naar de tuinen en de restjes van het eten meegraaien. Daarna volgen nog andere feesten; Les Divertissements de Versailles (1674) waarin Moliere's Le Malade Imaginaire word opgevoerd. Nadien voert de Koning de wekelijkse Soirées d'Appartement in, de Koning zelf krijgt bovendien ook te maken met sterfgevallen; het Hof moet regelmatig rouwen om de dood van één van de leden van de Koninklijke Familie.
Het prestige van Versailles raakte bovendien al snel bekend aan andere hoven; zodat de meeste Europese Koningen niet wilden onderdoen voor hun Franse rivaal. In een mum van tijd werd Versailles de standaard van toonaangevende mode en cultuur in de 17de en 18de eeuw.
Het archief van het Kasteel is vandaag een ware schatkamer, er zijn ontelbare plannen en documenten bewaard; doch zijn er ook elementaire zaken verloren gegaan in de Franse revolutie. Veel historische informatie kunnen we putten uit de talloze memoires; de bekendste zijn deze van de Hertog van Saint-Simon.