Belichtingstijd
De belichtingstijd of sluitertijd is een term uit de fotografie. Het is de tijdsduur die beschrijft hoelang een lichtgevoelige plaat of ander lichtgevoelig element wordt blootgesteld aan het licht. Met lichtgevoelig element kan bijvoorbeeld fotografische film of een chip met fotogevoelige halfgeleiders (digitale camera) bedoeld worden zoals dat in een fototoestel wordt gebruikt.
De term belichtingstijd wordt ook gebruikt in de donkere kamer wanneer via het negatief het fotogevoelig papier onder de vergroter belicht wordt.
De belichtingstijd op een fotocamera is vaak instelbaar (automatisch of handmatig) over een groot gebied (bijvoorbeeld van 1/2000 tot 2 seconden) duurdere camera's hebben een groter bereik, om grote verschillen in lichtintensiteit aan te kunnen. De belichting is instelbaar in stops waarbij elke stop dubbel zoveel licht doorlaat. Bij een te lange belichtingstijd treedt overbelichting op van de film (een negatieffilm wordt dan veel te zwart na het ontwikkelen, er treedt verzadiging op). Bij een te korte belichtingstijd wordt de film onderbelicht en blijft dan te wit. Een onderbelichte film kan in het ontwikkelingslaboratorium wel opgetrokken worden, maar daarbij verliest de foto aan resolutie: er wordt een duidelijke korrel zichtbaar. Bij digitale camera's kan correctie gebeuren door middel van software.
De juiste belichtingstijd wordt bepaald in combinatie met de grootte van het diafragma en de lichtgevoeligheid van de film. Bij een kleiner diafragma (aangegeven met een groter getal), hoort een langere belichtingstijd. Bij een grotere gevoeligheid van de film (aangegeven in ASA of DIN of fotogevoelige halfgeleiders in ISO) hoort een kortere belichtingstijd.
Tegenwoordig (2004) zijn verreweg de meeste camera's voor gebruik door het grote publiek automatisch, zodat men zich geen zorgen hoeft te maken over de juiste belichting. De camera 'ziet' aan een soort barcode op de filmcassette welke gevoeligheid film er in zit. Voor speciale effecten kan het echter nog wel zin hebben om met de belichtingstijd te spelen of ter correctie voor wanneer het onderwerp afwijkt van de gemiddelde 18% grijswaarde.
Een eenvoudige vuistregel voor het uit de hand nemen van een foto met een kleinbeeldcamera is dat de belichtingstijd in seconden kleiner moet zijn dan 1 gedeeld door de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief in millimeter. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat er geen bewegingsonscherpte optreedt. Dus bijvoorbeeld fotografeer met 1/60 met een 50mm objectief (1/50 bestaat niet, 1/60 ligt het er dichtst bij)
{{{afb_links}}} | Belangrijke begrippen in de fotografie | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
belichtingstijd - diafragma - F-getal - brandpuntsafstand - objectief - ISO-waarde - scherptediepte |