Bekken (anatomie)
Het bekken (lat.: pelvis) bestaat uit drie botten: heiligbeen en het linker en rechter heupbeen. Het linker en rechter heupbeen is opgebouwd uit drie onderling in de puberteit vergroeide botten: het darmbeen het zitbeen en het schaambeen. Deze drie botten vormen samen het heupbeen en de heupkom.
Het bekken bekleedt een centrale rol bij de houding en beweging. Het doet zowel mee met bewegingen van de benen, als met rompbewegingen.
Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen. Het bevindt zich op ongeveer de halve hoogte van het skelet van de mens, draagt het gewicht van het bovenlijf en beschermt de organen in de bekkenholte. Het bekken van de vrouw is breder dan bij een man, om de geboorte van een kind mogelijk te maken.
{{{afb_links}}} | Skelet | {{{afb_rechts}}} | |
---|---|---|---|
Schedel - Wervelkolom - Borstkas - Borstbeen - Schoudergordel - Arm - Bekkengordel - Been |