Baptisterium (Florence)
Het Baptisterium San Giovanni is de vrijstaande doopkapel tegenover de dom van Florence. Het behoort tot de bekenste baptisteria. Vooral de bronzen deuren hebben een grote waarde.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Het volstaat dit oude, mysterieuze gebouw te bekijken om te begrijpen waarom de eerste bloei van de Renaissance aan de oevers van de Arno plaats vond. In de 15e eeuw dachten de Florentijnen dat hun Baptisterium ooit een Romeinse tempel, gewijd aan de god Mars was geweest. Het was de toetssteen die hen met het klassieke verleden verbond. De kroniekschrijver Giovanni Villani lag aan de oorsprong van deze legende.
De werkelijke bouwdatum is eerder te situeren in de Donkere Middeleeuwen, tussen de 6e en de 9e eeuw, wat het gebouw alleen nog merkwaardiger maakt. De groen en wit marmeren façade, met haar klassiek patroon van bogen en rechthoeken, werd er waarschijnlijk rond de 11e eeuw aan toegevoegd.
De bouwmeesters zijn ons niet bekend maar hun meetkundige oefening stond model voor de gevels van alle grote Florentijnse kerken.
Ieder jaar op 21 maart, Nieuwjaar volgens de oude Florentijnse kalender, werden alle kinderen die gedurende de vorige 12 maand waren geboren, voor een gemeenschappelijk doopsel bijeengebracht. Het Baptisterium was hierdoor niet enkel een religieus monument maar ook een burgerlijk symbool, in feite het oudste symbool van de Florentijnse Republiek.
[bewerk] Beschrijving van het interieur
Op het plafond van de achthoekige koepel schitteren mozaïeken uit de 13e en 14e eeuw met duidelijk Byzantijnse invloed. De versiering is opgedeeld in concentrische stroken: boven de apsis, die door een 8,5 m hoge Christusfiguur wordt beheerst, bevindt zich een afbeelding van Het Laatste Oordeel , de overige banden stellen De Hemelse Hîerarchie, de Genesis, Het Leven van Jozef, Het Leven van Christus en Het Leven van Johannes de Doper voor. De vroegste mozaïeken bevinden zich boven het altaar en in het gewelf. Ze dateren uit de eerste decennia van de 13e eeuw en zijn van de hand van Iacopa, een monnik.
De ingelegde marmeren vloer is met tekens uit de dierenriem versierd; de blanke achthoekige ruimte in het midden werd vroeger door een immense doopvont ingenomen. De wit en groene binnenmuren, meer nog dan de buitengevel, combineerden invloeden uit de oudheid met moderne stromingen en vormden aldus iets nieuws dat voor de architecten uit de Middeleeuwen en de Renaissance zowel een inspiratiebron als een na te streven doel was. De mooiste tekeningen bevinden zich in de bovengalerijen.
Het interieur is beslist niet overladen: behalve een 13e eeuwse doopvont, in de stijl van Pisa, is er slechts het praalgraf van de anti-paus Johannes XXIII van de hand van Donatello en diens leerling Michelozzi. Waarom deze anti-paus, die in 1415 door het Concilie van Konstanz werd afgezet, zo'n grafmonument kreeg is vrij eenvoudig te verklaren. Het was aan hem te danken dat een de Medici bankier van de Curia werd waardoor hij aan de basis lag van het immense fortuin van deze familie. Hij liet bovendien een belangrijk legaat na dat de verdere uitbouw van het Baptisterium toeliet.
[bewerk] Beschrijving van de deuren
De huidige oostelijke deur is een kopie uit 1990 van het originele afgietsel door Lorenzo Ghiberti uit 1425. Door Michelangelo uitgeroepen tot de Porta del Paradiso (Paradijspoort). Het oorspronkelijke werk, waarvoor het Calimala Gilde opdracht had gegeven, bestond uit 24 panelen die gebaseerd waren op een iconenpatroon, ontwikkeld door de humanist Leonardo Bruni. Ghiberti wilde zich echter bewijzen als zelfstandig kunstenaar en bracht de compositie terug tot 10 grote panelen met gebeurtenissen uit het Oude Testament die niet waren vastgelegd in een Gotisch kader. Hij gebruikte de nieuwe methoden voor het weergeven van perspectief, gebaseerd op de techniek van Donatello (perspectief in verkorting zien). De 10 bijbelse taferelen bekijkt men van links naar rechts en van boven naar onder. De rand van beide kaders is versierd met elk 24 nissen die kleine afbeeldingen bevatten van de profeten, profetessen en andere bijbelse figuren. Hiertussen bevinden zich 24 'ogen' met hoofden. Deze hoofden zijn afbeeldingen van andere kunstenaars uit die tijd en helpers van Ghiberti.
Vanwege de langdurige blootstelling aan weer en wind en de verwoesting door de watervloed van de Arno die zes panelen van de deur afrukte (later werden ze weer op hun plaats geschroefd), werden de originele panelen verwijderd en gerepareerd. Tegenwoordig bevinden ze zich in het Museo Dell' Opera del Duomo. Later werden beide monumentale vleugeldeuren, met de steunen nog steeds in hun oorspronkelijke frame, naar het Museum dell'Opificio Pietre Dure gebracht. Boven de deuren twee marmeren beelden van Jezus en van Johannes de Doper, gemaakt door Andrea Sansovino in 1502. De twee hoofdfiguren werden voltooid door Vincenzo Danti en aangebracht in 1569. De Engel werd voltooid door Innocenzo Spinazzi in 1792. De groep werd gerestaureerd in 1991 en vervangen door afgietsels.
Het oostportaal bevat tien panelen. Van boven naar beneden en van links naar rechts:
1 De zondeval | 2 Kaïn doodt zijn broer Abel |
3 Noachs dronkenschap | 4 Abraham en het offer van Isaäk |
5 Esau en Jacob | 6 Jozef verkocht als slaaf |
7 Mozes ontvangt de stenen tafelen | 8 De val van Jericho |
9 Strijd tegen de Filistijnen | 10 Salomo en de koningin van Scheba. |
[bewerk] Externe link
- [http://www.mega.it/eng/egui/monu/bc.htm Het Baptisterium (in het Engels)