Artus Quellinus
Artus Quellinus de Oude (Antwerpen, 30 augustus 1609 - Antwerpen, 23 augustus 1668) was een Zuid-Nederlandse beeldhouwer.
Artus Quellinus was een vooraanstaande beeldhouwer in de Nederlanden van de zeventiende eeuw. Hij was de zoon van beeldhouwer Erasmus Quellinus en de vader van Artus Quellinus de Jonge (1625–1700) en Arnold (1653-1686), die eveneens beeldhouwer werden.
Quellinus maakte een studiereis naar Rome, waar hij onder de indruk raakte van de classicistische barok van François Duquesnoy. Na zijn terugkeer in Antwerpen (1640) raakte hij ook beïnvloed door de stijl van Peter Paul Rubens. Rond 1648 verhuisde Quellinus naar Amsterdam, waar hij zijn grootste opdracht kreeg: de decoratie van het nieuwe stadhuis op de Dam, waar hij vanaf 1650 veertien jaar lang aan werkte. Hij leverde de ontwerpen, maar de sculpturen voor dat gebouw zijn grotendeels uitgevoerd door zijn medewerkers, waaronder Rombout Verhulst. Na voltooiing van het werk in 1664 verhuisde hij weer naar Antwerpen.
[bewerk] Werken van Artus Quellinus
- Hemelboog in de Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele te Brussel
- Portretbuste van Lodewijk de Benavides, in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen
- Portretbuste van Johan de Witt, Dordrechts Museum te Dordrecht
- Grafmonument van graaf Engelbert van Immerzeel en zijn vrouw (1650), in de kerk van Bokhoven
- De Heilige Petrus (1658), in de Sint-Andrieskerk te Antwerpen
- Portretbuste van Andries de Graeff (1661), in het Rijksmuseum te Amsterdam
- Grafmonument voor maarschalk Otto Christoph von Sparr (1663), in de Marienkirche in Berlijn
- Grafmonument voor Anna Catharina de Lamboy, abdis van de abdij van Herkenrode (1668) nu in de Virga-Jessebasiliek in Hasselt.
Het voornaamste beeldhouwwerk in het Paleis op de Dam bevindt zich in de Vierschaar. De twee paren kariatiden in de vorm van misdadige vrouwen zijn eigenhandig werk van Artus Quellinus. In de galerijen zijn de beelden van Cybele, Saturnus en Mars ook aan hem toe te schrijven.