Tandformule
De tandformule wordt gebruikt om de samenstelling van een gebit in het dierenrijk aan te geven. Het is van het type I|C|P|M, waarbij I het aantal snijtanden (Incisivi) in een gebitskwadrant aangeeft, de C het aantal hoektanden (Canini), de P het aantal Premolaren en de M het aantal Molaren.
Enkele tandformules :
- Bij de mens : 2|1|2|3 (zowel in boven- als in de onderkaak)
- Bij de hond : 3|1|4|2 (in de bovenkaak) en 3|1|4|3 (in de onderkaak)
- Bij de bruine beer : 3|1|3|2 (zowel in boven- als in de onderkaak)