Studentenclub
Een studentenclub is in Vlaanderen niet gelijk aan een studentenvereniging: een studentenclub is een studentenvereniging maar een studentenvereniging is niet noodzakelijk een studentenclub. In Nederland wordt een studentenclub wel studentenvereniging genoemd.
De studentenclubs zijn in het Nederlandstalige gebied vooral bekend in Vlaanderen en zijn geschoeid op het Duitse traditionele studentenleven. De eerste clubs in Vlaanderen dateren van het eind van de 19e eeuw (Moeder Brugse en Moeder Westland). Zoals de naam aangeeft zijn clubs bijna altijd streekgebonden: ze verenigden studenten van een bepaalde regio (vaak colleges) en waren vaak actief in de Vlaamse Ontvoogding.
De leden van een studentenclub worden commilitones genoemd. De organisatie van een club is hiƫrarchisch, ook tussen clubs onderling: aan het hoofd van een club staat een Praeses of Senior en een Praesidium (Vice-Praeses, Major Schachtorum, Ab-Actis, Quaestor, Cantor, ...). Clubs van een provincie worden verenigd in een Gilde. Deze Gilden worden op hun beurt weer overkoepeld door een Senioren Konvent (SK).
Traditioneel zijn studentenclubs niet gemengd. Als tegenhanger van het SK is te Leuven een Meisjes Senioren Konvent opgericht dat verschillende studentenclubs met uitsluitend vrouwen vertegenwoordigt. In tegenstelling tot het SK, hebben clubs uit het MSK geen Gilden. In Vlaamse studentensteden met een recentere studentencultuur wordt deze scheiding niet of slechts zeer gedeeltelijk nageleefd.
In de hoogdagen van de studentenclubs waren bijna alle studenten aangesloten bij een of meerdere clubs en bleef er een nauwe samenwerking tussen ex-leden in een later beroepsleven (sociaal netwerk). Sedert de jaren zestig is echter een gestadige afbouw van de invloed en participatie van de studentenclubs te merken. Veel van de tradities leven nog in een of andere vorm bij studie gerelateerde verenigingen (studentenkring).
Uiterlijke kenmerken zijn pet en lint (wordt door schachten links over de schouder gedragen, ouderejaars dragen die rechts). Traditioneel kan de senior worden onderscheiden door een breed lint met afbeelding van het clubschild. Dit gebruik veranderde in sommige studentensteden naar het gebruik dat alle presidiumleden een breed lint dragen.