Schoolstrijd (België)
De schoolstrijd in België is de strijd tussen het officieel onderwijs (onderwijs ingericht door de staat, provincies en gemeenten) en het vrij onderwijs (onderwijs ingericht door de katholieken).
[bewerk] De eerste schoolstrijd (1878-1884)
Na de onafhankelijkheid van België had het officieel onderwijs een katholiek karakter. De liberale regering van 1878 stemde echter een wet goed in 1879 die het officieel onderwijs (voornamelijk de lagere scholen) een neutraal karakter gaf. Het katholiek onderwijs reageerde hierop zeer heftig waardoor het land in twee kampen werd verdeeld wat heeft geleid tot een verzuiling van de maatschappij. De eerste schoolstrijd in België ging dus over de `ziel´ van het kind. In 1914 werd er een wet goedgekeurd die het inschrijvingsgeld in het lager onderwijs afschafte.
[bewerk] De tweede schoolstrijd (1950-1958)
Na de tweede wereldoorlog gingen meer en meer jongeren naar het secundair onderwijs. Zowel het officieel onderwijs als het vrij onderwijs voelden zich door de toename van leerlingen tekort gedaan. Het officieel onderwijs kende een structureel probleem omdat het minder scholen had dan het vrij onderwijs. Het vrij onderwijs kende een financieel probleem omdat het een hoger inschrijvingsgeld moest vragen dan het officieel onderwijs. De tweede schoolstrijd barstte los rond 1950 en bereikte in 1955 een hoogtepunt daar de socialistische minister Leo Collard via een wet probeerde de 'vrijheid´ van de katholieke scholen in te perken. Na maandenlang (straat)protest werd in 1958 een vergelijk gevonden tussen de grote partijen (katholiek, liberaal, socialist) in een "schoolpact". Met het schoolpact werd het inschrijvingsgeld in het secundair onderwijs afgeschaft. Sedertdien geldt de schoolvrede.