Roepletter
Men gebruikt roepletters (Engels: Callsigns) om zich bij radioverbindingen te kunnen identificeren. Om roepletters officieel te kunnen verkrijgen moet je eerst een examen doen, om een licentie voor het radiozendamateurisme te behalen. Zonder deze licentie kun je niet legaal over een Call (de roepletters) beschikken.
Roepletters bestaan uit 1 tot 3 letters en/of cijfers (de prefix; voor Nederland: PA t/m PI; voor België ON t/m OT), gevolgd door minimaal één en maximaal drie letters (de suffix). Roepletters in Nederland werden tot voor kort toegewezen door Agentschap Telecom en in België door BIPT, maar mogen nu (binnen bepaalde grenzen) door de zendamateur zelf worden gekozen.
Inhoud |
[bewerk] Prefix
Uit de Nederlandse prefix valt af te leiden over welk type machtiging de zendamateur beschikt:
- Start de prefix met PD0 t/m PD5 + PD7 t/m PD9, dan beschikt de zendamateur in kwestie over een zogenaamde N-machtiging, oftewel een beginnersmachtiging. Voorbeeld: PD0AC.
- Start de prefix met PA0 t/m PA5 + PA7 t/m PA9, PB0 t/m PB5 + PB7 t/m PB9, PC0 t/m PC5 + PC7 t/m PC9, PE0 t/m PE5 + PE7 t/m PE9, PF0 t/m PF5 + PF7 t/m PF9, PG0 t/m PG5 + PG7 t/m PG9, PH0 t/m PH5 + PH7 t/m PH9, dan beschikt een zendamateur over een F-vergunning, oftewel een volledige machtiging. Voorbeeld: PA0LEZ.
- Indien de prefix, de eerste twee letters dus, bestaat uit de letters PI, wil dit zeggen dat de roepnaam gereserveerd is voor specifieke doeleinden, experimenten, onderwijs, vergunningen e.d.
- Als het cijfer na de prefix een 6 is binnen de prefixen PA t/m PH, wil dit zeggen dat het een call is voor bijzondere amateurevenementen.
Belgische stations hebben een prefix vanaf ON tot en met OT, al wordt meestal ON gebruikt.
- ON1-roeptekens werden tot midden 2003 uitgereikt aan radioamateurs die geen telegrafie (Morse-code) examen aflegden, en daardoor alleen toegang hadden tot de VHF-banden of hoger. Sedertdien heeft deze categorie een ON4-8 roepteken kunnen aanvragen waardoor ze mits een kleine meertaks nu ook de de HF-banden mogen uitzenden.
- ON2-roeptekens werden tot sept 2005 gegevens aan personen die in een vereenvoudigd technisch examen slaagden, waardoor ze toegang kregen tot de VHF en UHF banden.
- ON3 : Sedert 1 september 2005 is er een nieuwe vergunning voor 'nieuwkomers' ingevoerd, de 'Basisvergunning'. De houders van die vergunning krijgen een ON3-roepteken. Na het Verenigd Koninkrijk was België het tweede land om dit te doen. Het vereenvoudigde examen bij BIPT is nu ook aangevuld door een praktische proef die kan worden afgenomen door de erkende verenigingen. Met een beperkt zendvermogen heeft een ON3 toegang tot alle kortegolfbanden, 6 meter, 2 meter en 70 cm band.
- Het maximaal vermogen is 10 watt op de kortegolf banden + 6 meter en 50 Watt op 2 meter en 70 cm.
- ON3's hebben geen toelating om zelf zenders te bouwen of wijzigingen aan commerciële apparatuur aan te brengen.
- ON4 tot en met ON8: roepnamen gegeven aan de houders van een HAREC-vergunning. Voor hen zijn er het minste beperkingen.
- ON9 roepnamen voorbehouden voor buitenlanders, woonachtig in België.
- ON0 zijn de niet bemande, automatische stations zoals steunzenders/repeaters voor spraak, bakenstations of packet radio/APRS knooppunten.
Uit de roepnamen kan men niet afleiden welke de taal van de vergunningshouder is noch waar het station is opgesteld.
[bewerk] Suffix
De suffix, de laatste letter(s), kunnen niet bestaan uit de letters SOS, of de lettercombinaties QOA t/m QUZ, om verwarring met de Q-code te voorkomen.
[bewerk] Buitenland
In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, worden de roepletters ook door omroepstations gebruikt om zichzelf te identificeren voor de luisteraars. In de VS moeten omroepstations in de buurt van elk heel uur hun roepletters noemen, en ze worden daar door de firma Arbitron ook gebruikt om de luistercijfers bij te houden. Daardoor zijn omroepen in dat land vaak vooral bekend bij hun roepletters.
[bewerk] Luchtvaart
Het gebruik van roepletters in de luchtvaart hangt af van het soort vliegoperatie, en of de transmissie wordt geïnitieerd door een vliegtuig of een grondstation.
In de meeste landen identificeren particuliere vliegtuigen zich met een callsign dat overeenkomt met de vliegtuigregistratie (ook het staartnummer genoemd). Het callsign bestaat uit een prefix dat aangeeft in welk land het vliegtuig geregisteerd is, gevolgd door een unieke combinatie van letters/cijfers (voor Nederland is de prefix "PH", gevolgd door drie letters). Voor het uitspreken van het callsign wordt het ICAO-spellingsalfabet gebruikt. Een vliegtuig met de registratie PH-ARG meldt zich bijvoorbeeld met "pappa hotel alpha romeo golf". Soms wordt ook de prefix vervangen door het vliegtuigtype, bijvoorbeeld "Cessna alpha romeo golf".
Commerciële luchtvaartmaatschappijen gebruiken meestal een speciale maatschappijcode, die bij de ICAO is geregistreerd. Deze maatschappijcode wordt samen met een vluchtnummer gebruikt. Zo gebruikt een KLM-vlucht 938 de roepletters "KLM niner three eight". Het callsign komt niet altijd overeen met de naam van de maatschappij: zo is het callsign van British Airways "Speedbird" en dat van South African Airways is "Springbok" .
In radiocommunicatie wordt aan de radioroepnaam de postfix heavy (voorbeeld: "Speedbird seven five heavy") toegevoegd om aan te geven dat het een vliegtuigtype betreft met een maximum toegestaan startgewicht van 136.000 kg of meer, waardoor het krachtige zogturbulentie kan veroorzaken.
Grondstations identificeren zich met de naam en functie van het station, zoals bijvoorbeeld "Schiphol Tower" voor de verkeerstoren, of "Amsterdam Radar" voor de En Route Control tussen luchthavens.
[bewerk] Militaire luchtvaart
In de militaire luchtvaart worden codenamen (Engels: tactical callsign) gebruikt om een vlieger tijdens de vlucht aan te duiden, om zodoende de personalia van de vlieger in kwestie niet prijs te geven. In Nederland is de codenaam ingevoerd nadat twee piloten in een zelfde type vliegtuig (beide piloten hadden als voornaam Henk) hun toestel verlieten nadat de verkeerstoren riep dat Henk (II) een motorbrand tijdens de start had. Beiden verlieten met de schietstoel hun vliegtuig. De naam is vaak spottend bedoeld of herinnert aan een 'leuke' gebeurtenis.