Robert Lehnhoff
Robert Lehnhoff (11 augustus 1906 – 24 juli 1950), alias de Beul van Groningen.
Lehnhoff, die werd geboren in het onder Hildesheim gelegen Mehle, voerde in het laatste oorlogsjaar een schrikbewind in het Scholtenshuis (ook wel voorportaal van de hel genoemd), het statige herenhuis aan de Groninger Grote Markt waar de Sicherheitsdienst sedert september 1944 het hoofdkantoor voor Noord-Nederland had gevestigd.
Hij was Referatleiter van de afdeling rechts georiënteerd verzet. Een van zijn medewerkers was de later eveneens ter dood gebrachte Nederlandse verrader Piet Faber. In het Scholtenshuis werden gearresteerde Nederlanders ondervraagd en gemarteld door Lehnhoff en consorten.
Over Lehnhoff doen veel lugubere verhalen de ronde. Zijn specialiteit tijdens de ondervragingen in zijn verhoorkamer nummer 15 was de zogenaamde V1 : een keiharde stoot met een gummiknuppel in de maag van de geboeide gevangene. Dr. L. de Jong noemt Lehnhoff in zijn standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog als voorbeeld van een slechte SD-er.
In het bekende boek Verzet in Groningen wordt Lehnhoff omschreven als een gecompliceerde figuur. Pienter, soms een briljante vrouwenjager, iemand met sterk wisselende stemmingen en een gevoel voor een bepaald soort humor. Maar ook: Spaart niets en niemand om zijn eigen hachie te redden.
Dat zou uiteindelijk niet lukken. De SD-ers verdedigden het Scholtenshuis in april 1945 aanvankelijk fel tegen de oprukkende Canadese bevrijders van Groningen. Toen ze inzagen dat de strijd verloren was, vluchtte het hele gezelschap inclusief de Nederlandse collaborateurs via Zoutkamp naar Schiermonnikoog. De commandant van het Duitse marinedetachement was niet blij met hun komst en bracht ze onder op geruime afstand van het dorp, in de Eendenkooi, waar ze zich in primitieve onderkomens moesten zien te redden. Zes weken later werd de hele groep teruggebracht naar Zoutkamp en vandaar naar het huis van bewaring in Groningen.
Lehnhoff verloor na zijn arrestatie snel zijn waardigheid. Hij gaf aan zijn ondervragers grif alle namen van zijn informanten door. In 1949 ging hij vergeefs in cassatie tegen zijn doodvonnis. Hij ontliep zijn straf echter niet en werd op 24 juli 1950 geëxecuteerd op het kazerneterrein aan de Hereweg in Groningen.