Progressieve Surinaamse Volkspartij
Politiek - Portaal:Suriname |
Suriname |
Politiek in Suriname |
Bestuurlijke indeling |
Regering van Suriname |
President: Ronald Venetiaan |
Vice-President: Ramdien Sardjoe |
De Nationale Assemblée |
Politieke partijen: |
NF |
A Combinatie |
DA 91 |
NDP |
VVV |
A1 Combinatie |
Verkiezingen |
De Progressieve Surinaamse Volkspartij (PSV) is een Surinaamse politieke partij.
Deze rooms-katholieke partij werd in augustus 1946 opgericht door onder andere Pater Weidmann en C.D. Ooft.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werden in Suriname meerdere politieke partijen opgericht zoals de javaanse KTPI, de creoolse NPS en de hindoestaanse VHP omdat in 1948 het census- en capaciteitskiesrecht voor mannen werd vervangen door een algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen. Vooral de PSV was onder voorzitterschap van Weidmann voorstander van het algemene kiesrecht zonder enige beperkingen.
Bij de eerste algemene verkiezingen van Suriname in mei 1949 behaalde de PSV geen enkele van de 21 zetels in de Staten van Suriname. Door het winner take all principe wat bij die verkiezingen gold kreeg de partij met de meeste stemmen in een kieskring alle zetels voor dat gebied. De NPS kreeg als winnaar van de kieskring die samenviel met het disctict Paramaribo daar alle 10 zetels terwijl de PSV daar ongeveer eenderder van de stemmen kreeg. Ook bij de verkiezingen van 1951 behaalde de PSV geen zetels.
Vier jaar later vormde de PSV samen met de KTPI, SDP en Parij Suriname een coalite onder de naam Eenheidsfront dat met succes de NPS versloeg in de verkiezingen van 1955. Het Eenheidsfront behaalde 13 van de 21 zetels waarmee drie PSV-ers statenlid werden. Na de formatie door D.G. Findlay (SDP) en A.J.M. Sang Ajang (PSV) volgde er een kabinet onder leiding van Johan Ferrier met twee PSV-ministers: W.G.H.C.J. Smit (Financiën) en L.L.E. Rens (Onderwijs en Volksontwikkeling). In juli 1956 werd Ooft voorzitter van de PSV.
Bij de vervroegde verkiezingen van 25 juni 1958 wist de PSV 4 van de 21 zetels te bemachtigen en in het kabinet-Emanuels zaten eveneens twee PSV-ers: P.A.M. van Philips (Economische Zaken) en A.J. Morpurgo (Onderwijs en Volksontwikkeling). In de Staten zaten namens de PSV: L.H. Guda, H.A.F. Heidweiller, C.D. Ooft (ter vervanging van Van Philips) en E.L.A. Wijntuin.
In 1963 behaalde de PSV 4 van de 36 zetels waarna Ooft minister van Economische Zaken werd en L.C. Zuiverloon minister zonder portefeuille. Eind van dat jaar al viel het kabinet-Pengel over de Ormet-affaire waarna de regering zonder de PSV verder ging. Ook na de verkiezingen van 1967 bleef de PSV buiten de nieuwe regering onder Pengel die in 1969 viel. Na die val volgde een zakenkabinet met May als premier gedurende ruim een half jaar het land regeerde.
Bij de verkiezingen van 24 oktober 1969 haalde het PNP-blok (KTPI, PBP, PNP en PSV) 8 van de 39 zetels waarna het PNP-blok onderdeel was van de coalitie waarop de regering-Sedney steunde.
Bij de verkiezingen 4 jaar later behoorde de PSV tot het Nationale Partij Kombinatie (NPK; bestaande uit KTPI, NPS, PNR en PSV) onder aanvoering van Henck Arron die 22 van de 39 zetels haalde. De PSV kreeg in het kabinet-Arron twee ministersposten: C.D. Ooft (Binnenlandse Zaken) en M. Brahim (Volksgezondheid) en bovendien werd Wijntuin voorzitter van de Staten. Naast Wijntuin waren er nog twee PSV-statenleden: M.T.J. Bean en F.R. Bottse. De NPK streefde naar het onafhankelijk worden van Suriname wat op 25 november 1975 gerealiseerd werd.
In 1977 won de NPK in een iets gewijzigde samenstelling (HPP, KTPI, NPS en PSV) opnieuw 22 van de 39 zetels met opnieuw 2 PSV-ministers in het kabinet: Zuiverloon (Economische Zaken) en Brahim (Volksgezondheid). Als gevolg van de Sergeantencoup in 1980 onder leiding van Desi Bouterse kwam aan deze regering voortijdig een einde.
Na het herstel van de democratie heeft de PSV geen grote rol meer in de Surinaamse politiek gespeeld. In 1996 behoorde de PSV tot de Alliantie (DP, HPP, PVF en PSV) die destijds 3 van de 51 zetels in De Nationale Assemblée (DNA) haalde. In 2000 kregen ze minder dan 200 stemmen (0.1%) wat niet genoeg was voor een DNA-zetel.
Tegenwoordig is Wijntuin erevoorzitter en John Courtar is (onder)voorzitter.