Kruissteek
Een kruissteek is een borduursteek die veel gebruikt wordt om grote vlakken te vullen. De steek moet het gehele stramien bedekken. Vaak wordt voor een kruissteek gewerkt met splijtgaren. Dit is een garen dat uit zes losse draden bestaat. Voor het borduren wordt dit in twee of drie delen gesplitst, zodat elke draad uit drie of twee losse draadjes bestaat. Zo ontstaat een mooi volle kruissteek.
Kruissteken worden gemaakt op stramien, een weefsel dat er duidelijk grof uitziet zodat de borduurster weet waar de kruissteken moeten komen. Soms is het stramien voorgedrukt met een borduurpatroon. Ook kan een borduurster werken vanaf een papieren patroon.
Elke individuele kruissteek bestaat uit twee schuine steken die elkaar kruisen. Het mooiste resultaat wordt bereikt als alle kruissteken in één werkstuk op dezelfde manier worden gemaakt, zodat de bovenste steek altijd dezelfde richting op wijst. Er kan op twee manieren een kruissteek gemaakt worden, met de bovenste steek van links onder naar rechts boven, of juist van rechts onder naar links boven. Deze laatste werkwijze is hier beschreven.
- Hecht de draad onzichtbaar vast, of maak een knoopje in het eind.
- Begin van onder rechts en steek de naald van achter door het werkstuk naar voren.
- Ga naar links boven met de draad.
- Ga langs de achterzijde van het werkstuk naar rechts boven
- Ga aan de goede zijde naar links beneden
- Ga aan de achterzijde naar de plaats van het volgende kruissteekje, waarbij weer rechtsonder wordt begonnen.
Kruissteken werden vroeger ook veel in merklappen toegepast. Daarbij blijft meestal wel het onderliggende stramien zichtbaar.
[bewerk] Zie ook
- Halve kruissteek of petit point.
- Borduren