International Agency for research on Cancer
Het IARC (International Agency for research on Cancer) doet onder de bescherming van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) onderzoek naar de oorsprong van kanker, naar de mechanismen van de carcinogenese en voert epidemiologische en toxicologische onderzoeken uit. Het IARC is gevestigd te Lyon in Frankrijk.
De classificatie van carcinogene stoffen van het IARC vormt een mondiale referentie op dit gebied. Ze bestaat parallel aan de Europese classificatie.
Het IARC klasseert de chemische producten en de fabricatieprocedures in 5 groepen die internationaal erkend zijn en dit in functie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens.
- Groep 1: de substantie (het mengsel) is carcinogeen voor de mens.
De cancerogeniciteit van deze stoffen is bewezen met voldoende aanwijzingen.
Voorbeelden : asbest, arseen en zijn samenstellingen, benzeen. Bij de industriële procédés die geklasseerd worden in deze groep vindt men de productie van aluminium, van cokes (derivaat van kolen), de rubberindustrie, enz.
- Groep 2: Men vindt in deze categorie agentia waarvoor de aanwijzingen voor een carcinogene werking bij de mens bijna voldoende zijn en stoffen waarvoor de carcinogeniciteit experimenteel werd vastgesteld zonder dat men over gegevens voor de mens beschikt
Deze categorie bestaat uit twee subgroepen.- Groep 2A: de substantie (het mengsel) is waarschijnlijk carcinogeen voor de mens.
Voorbeelden: acrylamide, benzopyreen.
- Groep 2A: de substantie (het mengsel) is waarschijnlijk carcinogeen voor de mens.
-
- Groep 2B: de substantie zou carcinogeen voor de mens kunnen zijn.
Voorbeelden: acrylonitril, kaliumbromaat, vuurvaste keramische vezels en de behandelingsprocédés die gebruikt worden bij de behandeling van hout in de schrijnwerkerij en in de houtbewerking.
- Groep 2B: de substantie zou carcinogeen voor de mens kunnen zijn.
- Groep 3: de substantie (het mengsel of de omstandigheden van de blootstelling) is niet onder te brengen voor wat betreft de carcinogeniciteit voor de mens.
In deze groep worden die substanties ondergebracht die elders niet kunnen worden geklasseerd. Bijvoorbeeld glaswol, steenwol en slakkenwol.
- Groep 4: de substantie (het mengsel of de omstandigheden van de blootstelling) is waarschijnlijk niet carcinogeen voor de mens.
Deze categorie bevat op dit ogenblik slechts één substantie: caprolactam.