Guy Weber
Guy Weber was een kolonel binnen het koloniale leger van Belgisch Kongo, de zogenaamde Force Publique, en speelde na de Kongolese Dipenda een grote rol in de secessie van Katanga en de moord op Patrice Lumumba.
In de aanloop naar de Kongolese onafhankelijkheid werd Guy Weber als kersverse kolonel gedetacheerd in de rijke koperprovincie Katanga waar hij de nodige relaties opbouwde, o.a. met de Union Minière, de CIA en de CONAKAT.
Wanneer Congo-Kinshasa op 30 juni 1960 onafhankelijk werd van België, bleef kolonel Weber op post en volgde hij de orders van generaal Emile Janssens, het Belgische hoofd van de Force Publique, op. Onder het motto avant l'indépendance = après l'indépendance weigerde het blanke FP-officierenkorps elke vorm van Afrikanisering binnen het leger. Lumumba greep echter in na de muiterij in het kamp Hardy van Thysstad door alle zwarte militairen te promoveren en generaal Janssens te ontslaan.
Guy Weber verklaarde daarop dat de Afrikanisering van de Force Publique in Katanga geen doorgang zou vinden. Hij werd hierin gesteund door de Conakat, de CIA en de lokale Belgische belanghebbers. Wanneer Moïse Tsjombe op 11 juli 1960 de onafhankelijkheid van Katanga uitriep, werd Guy Weber benoemd als stafchef van het nieuwe Katangese leger, de Gendarmes Katangais.
Guy Weber zou tot in 1963 in Katanga blijven als stafchef en speciale adviseur van president Tsjombe. Na het beëindigen van de Katangese secessie vluchtte hij terug naar België waar hij - als dank voor bewezen diensten - aan het koninklijke hof tewerkgesteld werd.
Hij overleed in 2002 in het kasteel van Argenteuil.